Congolese rijstboeren veroveren de lokale markt

Congolese rijstboeren veroveren de lokale markt

Acht rijstcoöperaties uit de Ruzizi-vallei bundelen hun krachten en veroveren de harten van bierproevers en rijstliefhebbers

Wat is onmisbaar in het sociaal leven van veel Congolezen? Juist, een goeie pint! Brouwerij Bralima heeft een vestiging in Bukavu, de hoofdstad van Zuid-Kivu. De ingrediënten van hun Primus bier zijn af te lezen op het etiket: water, mout, hop, suiker en … rijst. Tot een tiental jaar geleden kwam het overgrote deel van die rijst uit Azië en zorgden Pakistaanse handelaars voor de import. In 2006, na de grote oorlog, besliste Bralima om zoveel mogelijk rijst te kopen van de boeren in de regio. Om dit mogelijk te maken, werden dezelfde Pakistaanse handelaars ingeschakeld. Zij hebben de opslagplaatsen en ook het kapitaal dat ze in kredietvorm aan tussenhandelaars geven om de rijst te kunnen opkopen van de boeren. Het doel van de brouwerij is 100% lokaal aan te kopen.

Maar niet alle rijst wordt gebruikt om bier te brouwen. Rijst staat ook op het dagelijks menu van veel Congolezen. De markt is groot, zeker in Bukavu. Consumenten verkiezen de verse lokale rijst, op voorwaarde dat die lekker en betaalbaar is. Op dit moment kopen ze echter vooral de goedkope, geïmporteerde rijst uit o.a. Pakistan en buurland Tanzania. “De Pakistaanse rijst is vaak al jaren oud voor hij hier arriveert.” zegt Ketal, de directeur van groothandelaar DATCO in Bukavu. “We kopen de laatste jaren dan ook meer Tanzaniaanse rijst aan, maar het liefst van al zouden we de lokale rijst van hier opkopen".

Dat geeft mogelijkheden voor de kleine boeren in de streek. Vredeseilanden ondersteunt sinds een aantal jaar kleine coöperaties van rijstboeren en -boerinnen in de vlakte van de Ruzizi rivier, een uitgestrekt gebied op de grens met Rwanda en Burundi, uitermate geschikt voor rijststeelt. Zij kunnen Ruzizi rijst op de markt brengen, op voorwaarde dat die de kwaliteit evenaart van de ingevoerde rijst: mooi verpakt, niet te veel gebroken rijstkorrels, en zonder steentjes of zand.

(foto's: Isabel Corthier)

Voor het zover is, is er nog heel wat werk aan de winkel. Niet alleen moeten boeren hun opbrengst per hectare opkrikken en de kwaliteit verbeteren, maar vooral moeten de boerencoöperaties zich omvormen tot rijstbedrijven. De Ruzizi-streek kende de afgelopen decennia heel wat vluchtelingenstromen uit Rwanda en ook uit Congo zelf. Veel noodhulporganisaties en andere NGO’s gingen in de streek aan de slag, en hun jarenlange aanwezigheid maakte de bevolking gewoon aan buitenlandse hulp. Verschillende boerenorganisaties werden opgericht om externe hulp te kunnen ontvangen. Ook al leveren sommigen onder hen waardevolle diensten voor hun leden (opleidingen bijvoorbeeld), toch slagen ze er niet in om autonoom verder te functioneren als de buitenlandse steun wegvalt.

Vredeseilanden selecteerde acht coöperaties van rijstboeren die het potentieel hebben om samen de lokale markt van lekkere rijst te voorzien. En om er zelf een goed inkomen uit te halen. Op dit moment levert 1 ha rijst jaarlijks zo’n 2250 euro op. Veel boeren bewerken echter veel kleinere percelen, en voorlopig is de productiekost ook nog heel hoog (rond de 2000 euro per hectare).

Uitdagingen

  • Het bestuur van de coöperaties is gewoon om projecten uit te voeren die gefinancierd worden met buitenlandse steun. De bedoeling van een coöperatie is echter om winst te genereren voor haar leden; toch denkt het bestuur zelden in termen van rentabiliteit van hun activiteiten en weten ze onvoldoende hoe de rijstmarkt in elkaar zit, wie de spelers zijn, hoe prijzen gevormd worden. De boerenorganisaties omvormen tot commerciële coöperaties is de grootste uitdaging en eerste voorwaarde om de duurzaamheid te garanderen.
  • Veel leden van de coöperaties zijn nooit naar school geweest en kunnen dus niet lezen of schrijven, vooral de vrouwen. Zij begrijpen dikwijls de finesses niet van de werking van een coöperatie. Wat is de rol van de Raad van Bestuur? Wat belangrijk is bij commerciële onderhandelingen? Wat is het verschil tussen ledenbijdragen en winst? Etc.
  • De opbrengst per hectare is laag. Betere rijstvariëteiten, de correcte bemesting voor de bodem en de juiste productietechnieken kunnen de opbrengt verhogen. Er is een gebrek aan kennis over nieuwe technieken zoals ‘Gestion Intégrée de la Fertilité du Sol’ en ‘System of Rice Intensification’. In bepaalde zones is het te droog, in andere te nat: er zijn geen irrigatiekanalen of drainagesystemen. Aan de grens met Burundi heeft de coöperatie COOPAMAK last van nijlpaarden die hun velden vernietigen.
  • Bij het begin van een landbouwseizoen moet er vanalles gepland worden: zijn er klanten die een bepaald volume rijst van een bepaalde variëteit willen kopen? Is er voldoende zaaigoed van die bepaalde variëteit aanwezig? Waar kunnen we dit samen aankopen? Hoeveel hectare zal elke boer inzaaien en wat is zijn/haar verwachte opbrengst? Waar kunnen we een lening krijgen om de oogst op te kopen? Etc. De coöperaties hebben geen overzicht van de verwachte opbrengst aan het einde van het seizoen en maken geen productieplanning.
  • Er zijn weinig opslagruimtes waar de rijst op een veilige manier kan gestockeerd kan worden.

We stockeren rijst in onze huizen. Dat is niet optimaal. Want de zakken kunnen aangevreten worden door ratten. Bovendien zijn onze buren snel jaloers: iedereen weet wanneer de zakken rijst verkocht zijn en wanneer we dus over geld beschikken

Bea rijstboerin
  • Er zijn nauwelijks plaatsen waar de rijst op een hygiënische manier kan gedroogd worden: meestal gebeurd dit thuis, op oude vellen plastiek.
  • Een deel van de velden van de coöperatie ADPA ligt ver weg van de opslagplaats, aan de andere kant van de rivier. De rijstzakken moeten met de fiets of te voet door de rivier getransporteerd worden; natte rijst beschimmelt natuurlijk heel snel.
  • Kleine rijstpelmachines kunnen nooit kwaliteitsvolle rijst afleveren: de rijstkorrels breken gemakkelijk tijdens het pellen. Het resultaat is een gebroken rijst, die alleen maar gekocht wordt door mensen die zich geen kwaliteitsrijst kunnen veroorloven, en door brouwerij Bralima. Maar zelfs Bralima koopt alleen rijst met een maximale breukgraad van 30%.
  • Slechts één coöperatie (ADPA) sluit regelmatig contracten af voor levering van grote volumes rijst. De andere 7 coöperaties hebben geen ervaring met collectieve verkoop van de rijst van hun leden.
  • Een coöperatie heeft kapitaal nodig om de rijst van hun leden op te kopen en te transporteren tot aan de plaats waar de rijst kan opgeslagen worden om te verwerken (machinaal pellen) en te verpakken. Kredietverleners zijn moeilijk te vinden en willen een waarborg die het kredietbedrag kan dekken. Vooral coöperaties die geen eigen grond of magazijn in eigendom hebben, hebben het lastig om in aanmerking te komen voor kredieten.
  • Het zijn vooral de vrouwen die zich bezig houden met het werk op het veld: de rijstplantjes uitplanten, wieden, oogsten, de rijstkorrels uit de aren slaan, en transport naar een opslagplaats of de markt. Maar vrouwen zijn minder actief in de verkoop zelf en zetelen nauwelijks in het bestuur.

Strategieën

  • Begeleiden van de coöperaties opdat ze beter begrijpen wat de rol van elk bestuursorgaan is, hoe een transparante boekhouding eruit ziet, wat democratisch en transparant bestuur is. Advies geven rond de nodige wettelijke documenten die alle coöperaties moeten bezitten om legaal hun activiteiten te kunnen uitvoeren. Uitleggen aan de leden hoe beslissingen genomen worden, wat ze kunnen verwachten van het dagelijks bestuur en wat hun eigen rol is. Uiteindelijk moeten de coöperaties zelfstandig draaien volgens een bedrijfsplan.
  • In plaats van elke coöperatie uit te rusten met kleine verwerkingsmachine om de rijst te pellen, opteren we voor de oprichting van twee grotere verwerkingsfabrieken (“Entreprises de Transformation et de Commercialisation”). Zij kunnen alle rijst uit de regio verwerken én zullen uitgerust worden met zeer performante machines die de rijstkorrels kunnen pellen zonder dat de korrels breken (breukgraad minder dan 10%). Ook de verpakking zal er gebeuren. De coöperaties die ondersteund worden door Vredeseilanden worden leveranciers van deze verwerkingsfabrieken, maar ook andere coöperaties.
  • Uitbouwen van nieuwe structuren: enerzijds het oprichten van een Unie van Rijstcoöperaties (Union des Cooperatives Productrices du riz) en anderzijds een bureau dat instaat voor de verkoop, verbonden aan de twee verwerkingsbedrijven.

Eendracht maakt macht. Dat is onze leuze om de rijstmarkt te veroveren

Etienne Mayenga Mvula directeur COOPABA
  • Co-financieren van een aantal investeringen: opslagplaatsen en betonplaten om de rijst op te drogen, installeren van twee performante machines die de rijst kunnen pellen en sorteren. De coöperaties dragen telkens 50% van de kosten opdat ze zichzelf als mede-eigenaar zien.
  • Consumenten verkiezen aromatische rijst, maar die is ook moeilijker om te telen, want kwetsbaarder voor ziektes en ook ratten lusten heel graag de aromatische rijstkorrels. De productiekost is dus hoger, wat de marktprijs ook hoger maakt. Aangezien de doorsnee bevolking in Oost-Congo niet het geld heeft om dure rijst te kopen, kiezen we ervoor om in een eerste fase in te zetten op kwaliteitsvolle niet-aromatische rijst. In een tweede fase doen we testen met aromatische rijst. Hiervoor werken we samen met onderzoeksinstellingen (o.a. Service Nationale de Semences).
  • Mee zoeken naar werkkapitaal voor de acht coöperaties en de twee verwerkingsbedrijven, opdat de rijst bij de producenten kan opgekocht worden.
  • Er mee voor zorgen dat vrouwen beslissingsmacht hebben in de coöperaties, dat de taken en opbrengsten beter verdeeld worden.

Vredeseilanden ondersteunt 8 rijstcoöperaties.

In totaal hebben zij 639 leden (398 mannen en 241 vrouwen)

Sommige families telen rijst, andere niet. Je ziet het verschil aan de kinderen: de eerste zijn beter gevoed, omdat er meer geld is om eten te kopen. Meer en meer leden van onze coöperatie bouwen ook een stenen huis, om hun lemen huis te vervangen.

  • Dankzij vormingen is de gemiddelde opbrengst op een groot deel van de rijstvelden omhoog gegaan van 1,5 ton per hectare tot gemiddeld 4 à 6 ton (naargelang van de regio waar de velden zich bevinden).

  • In de meeste coöperaties worden meststoffen en zaaigoed samen aangekocht. Die groepsaankoop doet de kost voor de boeren aan het begin van het landbouwseizoen zakken.

  • Er zijn vijf magazijnen gebouwd om de rijst te stockeren, 1 is in aanbouw. De coöperaties bekostigen zelf de helft, Vredeseilanden betaalde de andere 50%. Bij de magazijnen werd ook een betonnen vloer in open lucht aangelegd (zie groepsfoto hieronder), waarop de rijst kan drogen.

  • Bij COOPABA en ADPA werden performante machines om rijst te pellen en te sorteren geïnstalleerd in een nieuw magazijn. Beide organisaties hebben zelf 50% van de kostprijs bijgedragen. Voorlopig worden de machines nog beheerd door de coöperaties. De bedoeling is om deze verwerkingsfabrieken later te verzelfstandigen.

  • De afgelopen drie jaar leverde ADPA respectievelijk 400, 650 en 700 ton rijst aan Bralima. Dat betekent 32,5% van het totale aankoopvolume van de brouwerij. Ze konden een kredietverlener overtuigen om geld ter beschikking te stellen om de rijst van hun leden op te kopen en te verzamelen, ze deden ervaring op met prijsonderhandelingen, contracten afsluiten, etc.

  • De Unie van Rijstcoöperaties werd in 2015 opgericht. Daar berekenen ze het totale aanbod van rijst dat bij de volgende oogst ter beschikking zal zijn: hoeveel ton van welke variëteit kan tegen wanneer op de markt gebracht worden? Sinds eind 2016 is er een verkoopscomité geïnstalleerd. Dat zal in de toekomst afzetmarkten zoeken en over de prijzen onderhandelen.

  • Het aantal vrouwen in de coöperaties is gestegen tot 40%. In bestuursorganen zijn de vrouwen echter nog te weinig vertegenwoordigd

  • Er zijn allerlei vormingen gegeven om van de coöperaties stevige bedrijven te maken. Sommige organisaties maakten sprongen vooruit, bij andere is er nog veel werk aan de winkel om de mentaliteit te veranderen.

Ik leerde een nieuwe manier aan om rijst te telen. Eerst lachtten mijn buren me uit, omdat je volgens die techniek de zaailingen moet uitplanten als ze nog heel klein zijn. Maar mijn opbrengst is nu zoveel groter dan op de velden van m'n buren. Nu zijn ze jaloers.

Elise Nyandinda voormalig provinciaal minister, nu terug rijstboerin