De vraag naar certificatie komt bijna bij elk ketenproject naar boven. Wat is het nut en wat willen we ermee bereiken? De afweging verschilt al naargelang de context. Soms is certificatie een hulpmiddel, soms niet.
“Bij ons eerste ketenproject, de rijst uit Benin, kozen we heel bewust voor fairtrade-certificatie”, zegt Mieke Vercaeren van Colruyt Group. “Het voordeel van zo’n bestaande standaard is dat je kan vertrekken van een gedetailleerd draaiboek, ook als het gaat over de minimumprijs die de boeren krijgen. Het nadeel was dat o.a. de auditkosten te hoog waren voor een relatief klein volume (ongeveer 12 ton per jaar). Daarom kozen we in overleg met alle partners om de certificatie niet te vernieuwen.”
Een gelijkaardige situatie deed zich voor bij de koffie uit Congo. Colruyt Group zag ook liever voor deze koffie van bij het begin een certificering. In de dialoog met de boerenorganisatie, bleek dat in de opstart van hun organisatie een te grote inspanning en te veel administratie voor een relatief kleine meerwaarde. Colruyt Group stemde in om te wachten met de certificatie en gaf aan de coöperatie Kawa Kabuya de ruimte om voor certificatie te kiezen die hen hielp om nieuwe klanten binnen te halen. “Als elke koper een andere certificatie vraagt, wordt het onwerkbaar”, zegt Joris Aertsens van Rikolto. “Ondertussen zijn de volumes van Kawa Kabuya zo gestegen, dat certificatie wel interessant is.” De coöperatie opteerde voor een bio-label.
Voor de Nicaragua-chocolade wilde Colruyt Group oorspronkelijk Fairtrade en bio-certificatie, maar de boerengroep La Campesina vroeg om die eis te laten vallen. Zij hadden zelf al het UTZ label en het lokale eerlijke handel-label “Símbolo de Pequeños Productores”. Dat laatste zegel is nauwelijks bekend in België en dus vond Colruyt Group dat geen grote meerwaarde voor de markt hier. Colruyt Group stemde er wel mee in om de extra Fairtrade en bio-certificatie eis te laten vallen.
De quinoa uit Peru is bio-gecertificieerd. Dit was nodig om het product correct te positioneren in de Colruyt- én Bio-Planet winkels.
Het belangrijkste is ook hier: overleg en samenwerking. Soms is certificatie de beste oplossing, soms zijn er eenvoudiger oplossingen te vinden. “Certificatie heeft zeker een meerwaarde, bvb. in complexere ketens”, zegt Karen Janssens. “Wanneer je bijvoorbeeld producten verkoopt waarbij de origine en de producenten regelmatig veranderen, bijvoorbeeld omwille van de seizoenen, maakt certificatie het eenvoudiger om de traceerbaarheid en duurzaamheidscriteria te waarborgen. “Ook bij lange en complexe ketens waarbij maar een kleine hoeveelheid gecertifieerd product in het eindproduct zit is certificatie eigenlijk de enige haalbare manier om een aantal duurzaamheidsgaranties te bieden. Dit ligt iets anders bij producten uit de ketenprojecten: hier kennen we de origine van de grondstof en de boeren goed. We kunnen samen met de producentenorganisatie en de lokale facilitator (een plaatselijke actor, zoals een NGO ) garanderen dat de ketencriteria gerespecteerd worden. Het hangt dan van de kostprijs en van de productpositionering af of en voor welke certificaten we kiezen”