Trac Van, dorp van artiestes in de biologische groenteproductie

Trac Van, dorp van artiestes in de biologische groenteproductie

16/11/2015
Heleen Verlinden
Heleen Verlinden
International Communications

Trac Van, 22 oktober 2015, 16u45. Een drukte van jewelste is het op het veld van de Trac Van Organic Vegetable Collaborative Group. De twintig vrouwen en een man die deel uitmaken van de groep zijn er aan hun laatste uren van de dag bezig. Exact één jaar geleden bezocht ik dezelfde groep – en wat een verschil.

Waar het toen maar al te duidelijk was dat de groep nog maar recent opgestart was, zie ik nu een bloeiende boerderij en een hechte groep boerinnen.

Enkele vrouwen zetten zich even neer om terug te blikken op de voorbije twee jaar. Hun enthousiasme voor het Participatief Garantie Systeem (PGS), dat hier gebruikt wordt om te garanderen dat de groenten biologisch geproduceerd zijn, is enkel nog gegroeid. Omdat ze niet meer elk in hun eigen tuintje werken, maar samen op één veld, en omdat ze, dankzij PGS, zo nauw samenwerken met inwoners uit Trac Van, is het gemeenschapsgevoel er enorm versterkt.

De vrouwen zijn er ook allemaal van overtuigd dat hun gezondheid én de gezondheid van hun gezinsleden beter is sinds ze biologische groenten produceren en eten. Er is in Vietnam iedere week wel een nieuw voedselveiligheidsschandaal: groenten worden er vaak overdadig besproeid met goedkope en schadelijke pesticides. Een boerin vertelde dat ze een tijdje geleden haar aubergines op het veld vergat. Ze kocht dus gewone aubergines op de markt, maar zij en haar gezin kregen tijdens de maaltijd al last van buikkrampen: “Mijn lichaam voelt dat er te veel pesticides gebruikt worden, voelt dan dat er iets mis is met die groenten.” Buiten de gezondheidsvoordelen en het gemeenschapsgevoel, is het ook zo dat het inkomen van de boerinnen en de boer al steeg, omdat ze een goede prijs betaald krijgen voor hun groentjes. Dat hoger inkomen heeft in hun persoonlijke leven ook al voor enkele belangrijke veranderingen gezorgd: zo kunnen ze beter en langer onderwijs voor hun kinderen betalen en is hun algemeen leefcomfort al verbeterd in het laatste anderhalf jaar. Maar biologisch produceren betekent ook “hard werken”, en uitdagingen overwinnen op én naast het veld.

De vrouwen hebben het bijvoorbeeld moeilijk om sommige plagen te overwinnen. Zo vliegen er veel witte vlinders rond boven het veld. Een heel mooi zicht, maar ze eten wel mee van de oogst. Sinds kort planten de vrouwen tussen hun groentjes ook bloemen en kruiden, die de vlinders nu aantrekken. De witte vlinders zijn er nog, maar ze zijn wel minder schadelijk. Een ander probleem zijn groene rupsjes die zich tegoed doen aan kool. Iedere ochtend opnieuw moeten de boerinnen de rupsjes handmatig uit de kolen plukken. Hun zelfgemaakte biologische “sproeistof”, die bestaat uit een mengeling van look, gember, pepertjes, rijstwijn en suiker, is meestal heel efficiënt, maar werkt jammer genoeg niet om de groene rupsen weg te jagen.

De boerinnen brengen veel meer tijd op het veld door dan vroeger als gevolg van het gebruik van biologische productiemethodes en PGS, en zijn dus ook minder bij hun familie. In het voorbije jaar zorgde dit nog al eens voor strubbelingen met hun echtgenoten. Maar langzamerhand zijn zij er aan gewoon geworden: “In het begin waren ze echt lui. Maar nu koken ze en geven ze de kinderen en de varkens eten wanneer dat nodig is.”

Schatergelach alom wanneer er tot slot gevraagd wordt wat de droom van de vrouwen is. En dan een opeenvolging van ideeën. “Dat mijn kinderen ook hier op het veld komen werken later.” “Dat Trac Van erkend wordt als het eerste biologische groentedorp en zo de geschiedenis ingaat.” “Dat er bussen vol toeristen komen om naar ons biologisch dorp te kijken.” “En dat ik bekend sta als een artieste in de biologische productie!” En daar twijfel ik niet aan als ik de mooie oogst zie en proef.