Moeten we dan maar berusten? Nee, want de problematiek van onleefbare prijzen vormt een reële bedreiging voor de toekomst van onze landbouw en voedselvoorziening. We moeten dus op zoek naar oplossingen die de volatiliteit in de prijsvorming beheersen, over een langere periode een lonende prijs tot stand brengen, zonder daarbij structurele markttendensen uit te schakelen. Dat zal niet één systeem zijn voor alle sectoren. Voor melk of varkensvlees zal dat er anders uitzien dan voor groenten en fruit. Hoe aanlokkelijk ook, één wet lost het probleem niet op.
Voor producten als melk, rundsvlees of varkensvlees, waar je meer stabiele aanvoervolumes hebt, kan het zinvol zijn dat afnemers minimumprijzen afspreken met de producenten, gekoppeld aan bepaalde volumes die ze zeker nodig hebben. Essentieel is dat er afgesproken wordt voor welk volume de minimumprijs van toepassing is om overproductie te vermijden (bijvoorbeeld 80% van de vraag van het voorbije jaar).
De minimumprijs kan, volgens ons, beter gekoppeld worden aan de gemiddelde marktprijs van de voorbije jaren, eerder dan aan de kostprijs. Op die manier geef je een marktsignaal mee aan de producenten, maar neem je wel het prijsrisico weg. Om het marktsignaal door te geven, pas je de minimumprijs best elke 3 tot 6 maanden aan - bijvoorbeeld op basis van de gemiddelde marktprijs van de voorbije 2 à 3 jaar.
Er kan daarbij ook gewerkt worden met gecompenseerde minimumprijzen. In een situatie waarbij de marktprijs onder de minimumprijs daalt, steunt de supermarkt dan een tijdje de producenten door toch de minimumprijs aan te houden. Wanneer de marktprijs terug boven de minimumprijs gaat, houdt de supermarkt de minimumprijs nog even aan, tot ze de eerder gegeven steun terug heeft verdiend. Zo neem je het prijsrisico voor boeren grotendeels weg, zonder dat dit leidt tot een extra kost voor de supermarkt en dus een meerprijs voor de consument.
Voor groenten en fruit kan het werken met minimumprijzen daarentegen erg marktverstorend werken. Op bepaalde momenten heb je door weersomstandigheden grotere productievolumes dan normaal. Als je dan de prijzen niet laat zakken, ga je met overschotten zitten. Toch zijn ook hier oplossingen te bedenken waarbij je met landbouwers, voedingsbedrijven en afnemers zoekt naar manieren om die overschotten te verwerken.