Leuvense GoodFood@School-projecten voor goed eten

Leuvense GoodFood@School-projecten voor goed eten

11/05/2022

De projectoproep GoodFood@School van Rikolto en Stad Leuven keurde zes projecten goed om van beter eten op school de normaalste zaak van de wereld te maken. Onder hen basisschool Sancta Maria en Sint-Jansschool. We interviewden de directeurs van de twee scholen over hun projecten.

Hoe ontstond het project bij jullie?

In Sint-Jansschool borrelde al langer het idee om soep op school aan te bieden. Een laagdrempelig initiatief om gezond eten gemakkelijk voor te schotelen aan alle leerlingen. De buurtwerking ’t Lampeke en hun kinderwerking Fabota inspireerden de Sint-Jansschool om ook soep aan te bieden. “Het financiële duwtje vanuit de projectoproep van Rikolto en Stad Leuven heeft ons over de streep getrokken om ons soepproject effectief op te starten”, aldus directeur Sam.

Sancta Maria bood in het verleden al een fruitproject aan. Maar dat project boekte weinig succes door de ongeorganiseerde gang van zaken en het koste ook veel. Daarom zijn ze nu gestart met een veel toegankelijker fruitproject. “Het fruit is afkomstig van de boeren van Kort’om Leuven en de Food Hub. Ouders kunnen fruit voor hun eigen kind bestellen, maar kunnen ook kiezen om te betalen voor een kind uit een kwetsbaar gezin – natuurlijk zonder er namen op te plakken”, legt directeur Jan uit. De projectoproep van Rikolto en Stad Leuven gaf de school de kans om een nieuw fruitproject tot leven te roepen dat iedereen toegang bood tot gezonde voeding. “Nu zien we eigenlijk alleen maar positieve dingen in dit project.”

Hoe zit dat praktisch in elkaar?

Bij Sancta Maria levert Kort’om elke vrijdag fruit voor de week nadien. Dat fruit blijft in de koelkast tot iemand van het secretariaat of de leerlingen van de derde graad het fruit in de klassen verdelen. “In de voormiddag, net voor de ochtendspeeltijd, is er een fruitmoment in de klas. We zijn dat zo beginnen doen omdat als leerlingen hun fruit meenemen naar de speelplaats, maken ze er vaak geen tijd voor en wordt er veel weggegooid,” zegt directeur Jan. Het overgebleven fruit belandt uiteindelijk nietin de vuilbak: op vrijdag krijgen de kinderen in de naschoolse opvang de overgebleven gesneden stukken fruit waar ze met volle teugen van genieten.

Sint-Jansschool voorziet zelf de groenten van bij een bioboer uit Veltem die de groenten in het weekend levert. De ouders snijden maandagochtend vrijwillig de groentjes waarna de kok van Fabota de soep bereidt. Die soepketels worden teruggefietst naar de school en de leerlingen krijgen drie à vier keer soep per week. “De groenten leggen dus een hele weg af”, vertelt directeur Sam “– maar het blijft wel korte keten!”

Welke thema’s of principes maken het project uniek?

Het thema gezonde voeding leeft heel erg op Sint-Jansschool. In de tweewekelijkse bioklas en de schoolmoestuin mogen de kinderen zelf zaaien en oogsten om nadien met hun oogst in de eetzaal aan de slag te gaan. “Verder zijn er ook een aantal acties rond voeding die doorheen het jaar terugkomen, zoals het thema van gezonde brooddozen, of het pimpen van de drinkbussen met allerlei smaakjes.”

Het solidariteitsaspect in het fruitproject is het belangrijkste aspect voor directeur Jan. Het solidariteitsprincipe en het gezondheidsprincipe zijn onafscheidelijk van elkaar omdat anders enkel de leerlingen die gezonde voeding kunnen betalen, daar toegang toe krijgen. “Het gaat erom gezonde voeding aan te bieden voor iedereen.” Dit solidariteitsprincipe wil Sancta Maria ook doortrekken naar de warme maaltijden, maar daar zou wel extra financiële steun voor nodig zijn.

Welke tips geven jullie mee voor andere scholen die ook zo’n project willen starten?

Directeur Sam Rely: Eén tip is om warme maaltijden niet af te schaffen ook al vergt het een hele logistiek en kan het prijzig zijn. Naast de complexe kant biedt het ook wel mogelijkheden bijvoorbeeld om de lege brooddozen een stuk op te vangen. Daarnaast is het ook belangrijk om partners zoeken. Heel veel mensen buiten de schoolpoort kunnen en willen helpen. Het is fantastisch wat voor een netwerk er is uitgegroeid op twee maanden tijd.

Directeur Jan Leenaerts: Leg niet te veel regels op en benadruk bij de leerkrachten in de beginfase dat het om een proefproject gaat. Maak wel duidelijke afspraken in verband met praktische zaken zoals bijvoorbeeld de verdeling van het fruit. Geef leerlingen ook voldoende vrijheid zodat het een leuk project blijft en niet vervelend wordt. Lusten ze een stuk fruit niet, geen probleem, dan nemen ze een ander fruit uit de koelkast.