De tekst bevat sterke elementen, zoals de eis dat alle producten die op de EU-markt komen, vrij moeten zijn van ontbossing en aantasting van bossen, en legaal moeten zijn volgens de normen van het producerende land. Bovendien wordt in de tekst bepaald dat alle producten traceerbaar moeten zijn tot aan de plaats van oorsprong, d.w.z. de plaats waar zij zijn geproduceerd of geoogst.
Bovendien voorziet het voorstel in krachtige handhavingsmaatregelen in de hele EU, met inbegrip van boetes die in verhouding moeten staan tot de veroorzaakte milieuschade en de waarde daarvan, alsook in een duidelijker kader voor de lidstaten voor de uitvoering van controles en inspecties.
Toch stipt WWF ook belangrijke minpunten aan. Ten eerste zijn andere ecosystemen niet opgenomen in de wet, zoals graslanden en savannes. Curiciale maar bedreigde ecosystemen zoals de Braziliaanse Cerrado-savanne blijven daarmee onbeschermd.
Ten tweede wordt er gesproken over "laag risico" landen. Dit dreigt de markt te verstoren en oneerlijke concurrentie te creëren, aangezien producten met een hoog risico ook kunnen worden verscheept via landen met een laag risico.
Ten derde maakt het wetsvoorstel te weinig melding van mensenrechten. Zo wordt niet voorkomen dat producten die in verband worden gebracht met schendingen van de rechten van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen op de EU-markt worden gebracht.
Tot slot worden niet alle relevante producten opgenomen. Rubber en maïs zijn uitgesloten omdat zij slechts een klein deel van de ontbossing voor hun rekening nemen, hoewel zij tot de top 10 van de invoer van de EU behoren die met de vernietiging van de natuur in verband wordt gebracht.