Belgische tuinbouw inspireert nieuwe pistes voor duurzame landbouw in Centraal-Amerika

Belgische tuinbouw inspireert nieuwe pistes voor duurzame landbouw in Centraal-Amerika

16/07/2018
Selene Casanova
Selene Casanova
International communications

"Kennisuitwisseling voor duurzame groenteproductie": zo heet het project waarmee de provincie West-Vlaanderen en Rikolto (Vredeseilanden) 23 boerenorganisaties in Honduras, Nicaragua en Guatemala versterken. 7 vertegenwoordigers van universiteiten, coöperaties en groenteverwerkende bedrijven namen deel aan een kennisuitwisseling in de provincie West-Vlaanderen.

"Wat we gezien hebben is echt ongelofelijk,” zegt Norvin Centeno, voorzitter van Tomatoya, een groentecoöperatie in het departement Jinotega in Nicaragua. "Het niveau waarop boeren hier georganiseerd zijn en de technologie die ze gebruiken, is iets waar we in onze landen nog ver af staan" zegt de boer.

Norvin vertegenwoordigt niet alleen zijn eigen coöperatie Tomatoya, maar ook de alliantie die zijn coöperatie sloot met drie andere coöperaties die samen groenten leveren aan de 24 Subway-broodjeszaken in Nicaragua. Met de steun van Rikolto versterkte de alliantie haar capaciteiten op vlak van management, productie en verkoop.

(Zet ondertitels in het Nederlands aan om onderstaand filmpje te bekijken)

Een strak georganiseerde keten met mondige boeren

Een week lang maakte de groep kennis met verschillende landbouwbedrijven, groenteverwerkende bedrijven en onderzoeksinstellingen die West-Vlaanderen rijk is.

De uitwisseling ging van start met een bezoek aan het landbouwonderzoeksinstituut INAGRO onder leiding van Peter Bleyaert. Nadien bezochten ze de boerderij van Bert Depoorter, die op volautomatische wijze sla produceert in hydrocultuur - niet in de grond, maar in water met voedingsstoffen. Bij Johan Pattyn werden ze ondergedompeld in de aardbeienteelt, en Henk Vandevelde, voorzitter van Tomabel, gaf inkijk in zijn tomatenbedrijf. Ook een bezoek aan sociaal tuinbouwbedrijf De Lochting en diepvriesbedrijf Ardo stonden op het programma.

Dit soort uitwisseling tussen boeren, onderzoekers en bedrijven verruimt de geesten. De producenten kunnen hun problemen bespreken met wetenschappers en mensen uit het bedrijfsleven. In zo’n kleine groep krijg je een echte dialoog.

Julio López Julio Lopez, Directeur van het Centrum voor Innovatie in de Groenteteelt aan de universiteit El Zamorano

Een andere tussenstop was de Reo Veiling in Roeselare. De veiling is een coöperatie die door Belgische boeren zelf werd opgericht voor de verkoop van hun producten. Herkenbaar voor de Centraal-Amerikaanse groenteboeren waren de problemen die de Belgische boeren ervaren om lonende prijzen te krijgen, maar ook de voordelen van het samen vermarkten van groenten en fruit via de veiling: het garandeert immers een afzetmarkt en inkomsten het hele jaar door.

Van Noord-Zuid naar Zuid-Zuidsamenwerking

Rikolto en de provincie West-Vlaanderen sloegen enkele jaren geleden de handen in elkaar om kennisuitwisselingen te organiseren die kleine boerenbedrijven winstgevender kunnen maken.

"Van 2014 tot 2016 ondersteunden we de uitwisseling van kennis en ervaring tussen Belgische en Nicaraguaanse boeren”, vertelt Jan Dessein, coördinator van het Departement Ontwikkelingssamenwerking van de Provincie West-Vlaanderen. “Aan het eind van die eerste samenwerking zagen we de kans om onze impact te verbreden. Zo groeide het idee voor een Zuid-Zuidsamenwerking. Daarom namen we landen als Guatemala en Honduras mee in dit vervolgtraject.” Dit vervolgtraject loopt nog tot eind 2019.

Voor Cesar Maradiaga, directeur van het Agrocommercieel Consortium, een consortium van 8 Hondurese boerenorganisaties, was het interessant om de nauwe samenwerking tussen alle actoren in de keten te zien. "Hier staan de academische wereld en het landbouwonderzoek dichter bij de producent. In onze landen zitten de meeste van onze boeren geïsoleerd met hun problemen en bereikt nieuwe kennis zelden het platteland", betreurt hij.

Aanpassen aan een veranderend klimaat

Honduras, Nicaragua en Guatemala behoren tot de twintig landen die de afgelopen jaren het zwaarst door de klimaatverandering zijn getroffen. 80 procent van de armen leven er op het platteland en werken hoofdzakelijk in de landbouw. Vandaar de noodzaak om boerengezinnen weerbaar te maken voor de gevolgen van klimaatverandering.

Voor Cesar Maradiaga is het duidelijk dat zijn regio moet leren om nieuwe technologieën in te passen in hun economische, sociale en klimatologische realiteit. "Daarom is dit bezoek zo belangrijk. Het toont ons hoe je innovaties zoals hydrocultuur kan laten werken.”

"We keren met meer zelfvertrouwen terug. Ik voel me aangemoedigd om twee hydrocultuur-proefprojecten op te starten met aardbeien en tomaten. Deze systemen kunnen boeren voorzien van een constante productie en het gebruik van pesticiden minimaliseren", zegt Maradiaga.

In de Midden-Amerikaanse context is het gebrek aan financiering voor kleine producenten een groot obstakel. In de ogen van banken zijn we een risicovolle sector die niet in aanmerking komt voor leningen. Daardoor kunnen boeren niet investeren in nieuwe technologieën, zoals betere irrigatie of serrelandbouw.

Cesar Maradiaga Directeur van het Agrocomercial Consortium – Honduras

De studiereis werd afgesloten in het Huis van de Voeding van de provincie, waar de delegatie tijdens een slotevenement voorstelde wat voor hen de belangrijkste leerpunten waren, en waarmee ze nu concreet in hun landen aan de slag zullen gaan.

Na het bezoek hoopt Norvin Centeno om de nieuwe kennis snel uit te proberen op kleine schaal. "Stapje per stapje zal het ons lukken. Klein beginnen op enkele hectaren, om het dan te laten groeien binnen onze coöperaties. Zo kunnen we groentesector in onze regio langzaam maar zeker duurzamer maken.”