Aäron De Fruyt: Een ‘nieuw’ gezicht bij Rikolto

Aäron De Fruyt: Een ‘nieuw’ gezicht bij Rikolto

09/05/2018
Jo Vermeersch
Jo Vermeersch
Communicatiemedewerker (op pensioen)

De ploeg van Rikolto in België kreeg onlangs versterking in de persoon van Aäron De Fruyt, al was dat nog niet helemaal duidelijk toen we dit gesprek met hem hadden. Aäron wordt vrijwilligerscoördinator voor Oost-Vlaanderen, maar heeft, ondanks zijn jonge leeftijd, al een hele voorgeschiedenis bij Rikolto (Vredeseilanden). Stof genoeg voor een boeiend gesprek.

Jong geleerd

“Ik was al van kindsbeen af actief voor de voor de hand liggende organisaties zoals bijvoorbeeld 11.11.11. In het 6de middelbaar ben ik met een kleine ngo naar een dorp in Togo gereisd. Dat was uiteraard een hele ervaring en best wel de moeite waard, maar toch eerder oppervlakkig als ik er nu op terugkijk.

Tijdens mijn eerste jaar unief ben ik, via een vriendin, actief betrokken geraakt bij het toenmalige Vredeseilanden. Ik ben toen met een groep jongeren naar Indonesië gereisd waar ik het programma van Vredeseilanden heb ontdekt. Daarna zijn we, als jongerenambassadeurs van Vredeseilanden over deze ervaring gaan vertellen bij vrijwilligers, op scholen. Naast de inzet voor Vredeseilanden heb ik daar zelf heel veel van opgestoken. Op die manier ben ik via Vredeseilanden in een langer leertraject gestapt rond duurzaamheid en ontwikkeling, eerst met Globelink, daarna met Act4Change. Vredeseilanden bood mij precies wat ik zocht: een grote structurele organisatie met visie, die zich tegelijkertijd heel fris en vernieuwend blijft heruitvinden.

Na mijn studies ‘Taal en Letterkunde’ ben ik dan het voorbije jaar ‘Conflict en ontwikkeling’ gaan studeren. Eigenlijk de logische verbinding tussen mijn engagement en interesse en mijn studie. Tijdens dat jaar ben ik me gaan verdiepen in wat men ‘participatieve ontwikkeling’ noemt. Een term die vaak gebruikt wordt om aan te duiden dat men ontwikkeling laat groeien van onderuit, gestuurd door de lokale mensen. Maar waarbij men vaak ziet dat dit in werkelijkheid niet zo is en dat de ontwikkelingsprogramma’s nog te vaak van bovenuit gestuurd worden. De lokale mensen dragen nog vaak de risico’s op economisch en financieel vlak terwijl de beslissingsmacht in handen blijft van de top van internationale organisaties, overheden of ngo’s.

Echte participatie

“Volgens wat ik in Indonesië had gezien, slaagt Rikolto er wel in om op een participatieve manier, van onderuit, aan ontwikkeling te werken. Het was dan ook een logische stap om in het kader van mijn studies en thesis, te gaan onderzoeken hoe Rikolto dit aanpakt en met welke resultaten. Ik wou daarbij ook het belang nagaan van lokale gemeenschappen voor een evenwichtige economische ontwikkeling. Dit vanuit de vaststelling dat er momenteel wereldwijd sprake is van een ontwrichte, onevenwichtige wereldeconomie.

Ik ben daarvoor 2 maanden naar Peru getrokken, waar ik de werking van verschillende coöperatieven heb onderzocht. Deze organisaties zijn in feite sociale ondernemingen die aan de ene kant actief zijn op de (wereld)markt, maar die aan de andere kant sterk ingebed zijn in lokale gemeenschappen en vanuit het belang van die gemeenschappen worden aangestuurd. En die aansturing gebeurt door de leden van de coöperatieve zelf, van onderuit dus. Door de vele gesprekken die ik daar, op alle niveaus heb gehad, heb ik gezien dat Rikolto alles in het werk stelt om die lokale organisaties echt in de ‘drivers seat’ te plaatsen. Je ziet dat dit bij de mensen van Rikolto een dagelijkse bekommernis is. Rikolto vertelt niet wat de coöperatieven volgens hen moeten doen, maar vraagt wat zij voor de coöperatieven kunnen doen. Ze luisteren naar wat er leeft bij de mensen, met welke problemen ze geconfronteerd worden en reiken hen de middelen aan om zelf aan de slag te gaan. Dat kan gaan over de meest uiteenlopende dingen, van expertise op vlak van duurzame landbouw tot workshops over de mogelijkheden van ecotoerisme. Op het terrein zie je pas echt hoe Rikolto op dit vlak een pioniersrol speelt, vaak met alle moeilijkheden van dien.”

Spagaat

“Ik ben er me terdege van bewust dat die rol niet bekend is bij het brede publiek in België. In de kringen van (jonge) mensen die bezig zijn met duurzaamheid, in de brede zin van het woord, is Rikolto (Vredeseilanden) op dat vlak wel een begrip. Maar daarbuiten merk ik dat Rikolto, en eigenlijk gaat dan het over het vroegere Vredeseilanden, nog vaak gezien wordt als een klassieke liefdadigheidsorganisatie. Daar is nog heel veel werk aan de winkel. Persoonlijk vind ik het best wel doenbaar om uit te leggen wat Rikolto écht doet. Mijn ervaringen in Peru en Indonesië helpen me daar uiteraard bij.

Ik vind het ook perfect legitiem dat Rikolto, aan mensen die daarvoor de draagkracht hebben, een steunvraag blijft stellen. En wel omwille van 3 redenen. Persoonlijk vind ik, en weet ik uit mijn studies, dat wij een historische, koloniale schuld hebben openstaan. Je kan er eigenlijk niet omheen, onze rijkdom en welvaart is rechtstreeks te danken aan minder fraaie dingen zoals slavernij, kolonisatie en economische uitbuiting. Ik vind niet dat we daar iets moeten aan doen vanuit schuldbesef, we hebben er trouwens zelf geen schuld aan, maar gewoon vanuit een algemeen verantwoordelijkheidsgevoel.

Daarnaast vind ik een principe als solidariteit heel belangrijk. Het is een woord dat vele ladingen kan dekken, maar voor mij gaat het over onze verhouding van mens tot mens. En die verhouding is vandaag vaak zoek, bijvoorbeeld door de lange keten. Wie denkt er bij de aankoop van een pakje koffie na of de koffieboer in kwestie geen verlies heeft gemaakt? Solidariteit gaat over menselijke relaties en die relatie zien we vaak niet meer.

En het derde is voor mij het toekomstperspectief. Daar moeten we volgens mij echt op inzetten. De steunvraag is een vraag om te investeren voor de toekomst. Of het nu gaat over klimaat, of voedsel of andere vraagstukken, niets doen is geen optie. Bovendien vind ik, als jonge gast van 23, dat het belangrijk is om perspectief te blijven zien, los van alle doemscenario’s.”