Vrouwen, koffie en ondernemingszin in de Intag-vallei

Vrouwen, koffie en ondernemingszin in de Intag-vallei

25/02/2021

Economische zelfstandigheid en het welzijn van haar familie, dat zijn twee belangrijke drijfveren van Alba Mejía. Alba is 43 en woont in de Intag-vallei in Ecuador, ze plant en teelt er al 15 jaar Arabica koffie. "Het is erg belangrijk om de grond goed schoon te maken en voor te bereiden voor je gaat zaaien, de oogst hangt af van de klimatologische omstandigheden maar ook van het voorkomen van ziekten of plagen van ongedierte." vertelt ze aan Rikolto.

Het produceren en verkopen van kwaliteitskoffie is iets waar Alba trots op is en waar ze veel moeite voor doet. Ze vindt het ook belangrijk om lid te zijn van een vereniging die haar motiveert om bij te leren en die haar helpt bij het commercialiseren van haar product. Die steun vindt ze bij de Agrarische Artisanale Vereniging van Koffietelers aan de Intag-rivier (AACRI), een van de oudste koffie-coöperaties van het land die samenwerkt met Rikolto.

De coöperatie zet zich in voor een inclusieve ontwikkeling waarbij koffietelers zoals Alba waarde toevoegen aan de koffieketen. Om extra inkomsten te genereren, weeft zij met een groep vrouwen de traditionele cabuya-zakjes waarin de AACRI-koffie voor de inlandse markt wordt verpakt.

Leven van koffie: een uitdaging voor koffieproducerende families in Ecuador

Leven van de koffieteelt is een uitdaging in Ecuador. Door de dollarisering, het invoeren van de dollar als belangrijkste betaalmiddel, heeft het gewas er zowat de hoogste productiekosten van heel Latijns-Amerika.

Deze situatie, samen met het geduld en de zorg die de koffieplant vereist, en de investeringstijd die het vergt (het kan tot drie jaar duren eer men van een plant kan oogsten), leidt ertoe dat sommige producenten kiezen voor gewassen die sneller renderen. Laat staan dat ze zouden denken aan biologische landbouw, die nog meer zorg vereist. Sommigen zien biologische landbouw dan weer als een randactiviteit zegt Ramiro Fuertes, bestuurder van AACRI. Voor hem is het echter geen kwestie van kiezen: biologische producten hébben een toegevoegde waarde.

"Soms wordt biologische landbouw gezien als een kostenpost, niet als een investering. Er moet niet alleen gezorgd worden voor continuïteit, maar men moet ook de toegevoegde waarde ervan zien. Daarom hebben we ons ook gericht op de interne markt. Als er geen winst is, is de boer ontmoedigd."

Ramiro Fuertes Administrateur AACRI

Alba en haar familie hebben, zoals veel producenten, ook andere gewassen op hun boerderij: "We hebben drie hectare koffie op de boerderij, maar we planten ook een beetje maïs, bonen, bananen, en we hebben fruitbomen." Maar ze voelt zich vooral koffieboerin. Voor haar staat het planten ervan gelijk aan het redden van de Intag-vallei. Waarom is dat zo belangrijk voor haar? Dit gebied in het noorden van Ecuador, dat bekend staat om zijn bodemrijkdommen, staat al een tijd op de radar van kopermijnbedrijven.

Koffie en verzet tegen mijnbouw in de Intag-vallei

De koffieplantage van Alba en haar ouders ligt in het dorp Peñaherrera, in Cotacachi, en is een gegeerd doelwit op de kaarten van een mijnconcessie. "Sommige boeren zijn al overstag gegaan en hebben hun boerderij verkocht, maar daar is volgens mij niets bij te winnen. Het mijnbouwbedrijf levert ons niets op, wel integendeel. Ik zal mijn land blijven bewerken en koffie blijven produceren, dat is wat ik graag doe." Alba heeft gezien dat de komst van de mijnbouw de families in de dorpen heeft verdeeld. Maar anderzijds heeft het ook jongeren en vrouwen gemotiveerd om ecologisch duurzame alternatieven te ontwikkelen. Het gaat om initiatieven als ecotoerisme, artisanale producten en biologische landbouw, activiteiten die ook AACRI probeert te promoten bij de gezinnen.

Productieve randactiviteiten zoals handwerk stellen Alba in staat om haar boerderij te behouden en te blijven zorgen voor haar ouders, die ook op de boerderij wonen. Om de gewassen van haar keuze te kunnen blijven verbouwen in een mijnbouwgebied en ook nog voldoende te verdienen, moest ze op zoek naar extra inkomsten. Die vond ze in het traditionele cabuya weven, een activiteit die ze uitoefent samen met andere vrouwen van AACRI.

Koffie en cabuya brengen vrouwen van AACRI samen

Cabuya-zakjes zijn milieuvriendelijke verpakkingen die de vrouwen van de vereniging niet alleen samenbrengen maar ook de aandacht voor de traditionele weefambacht doen heropleven.

Toen wij Alba spraken was het november, een zeer drukke periode voor de koffietelers. Toch was men ook al druk bezig met de nieuwe productlijn voor de lokale markt. De ‘Café de mujeres’, in Cabuya-zakjes, als signatuurverpakking voor kwaliteitskoffie geproduceerd door vrouwen. De zakjes zijn eenvoudig van concept, maar geven de kwaliteitskoffie de nodige uitstraling. Daardoor heeft het product een speciale plaats verworven bij de lokale kopers, mede ook omdat zij inzien dat het aanschaffen van een AACRI-product ten goede komt aan de vrouwen in de vallei. Alba en haar collega's hebben deelgenomen aan de workshops waarbij Rikolto en AACRI hen stimuleerden om de kwaliteit en de presentatie van het product te verbeteren. Het project voorzag hen ook van aangepaste weefgetouwen, zodat ze de ruwe vezel gemakkelijk konden weven.

"Het spinnen, verven en weven van de cabuya voor het maken van de koffieverpakking is een leuke ervaring. Het brengt ons samen, we delen ideeën en we steunen elkaar. Het weven van de zakjes is een excuus geworden om samen te komen."

Alba Mejía Lid van AACRI
Het vervaardigen van de verpakking zorgde bovendien voor een extra inkomen in een seizoen dat werd verstoord door Covid-19. Maar voor AACRI gaat de impact ervan veel verder, het zorgt ook voor een goede samenhang en dynamiek in de organisatie.

De cabuya-zakjes worden geweven op de vraag van de coöperatie. Per week kunnen er tot 1.000 stuks worden besteld, zodat de werkdruk altijd gelijk verdeeld is. De vrouwen werken 's middags en 's avonds aan de weefsels. De kostprijs verschilt naargelang de zakjes versierd of gekleurd zijn. Vandaag passen Alba en haar collega's zich aan aan nieuwe manieren van werken. Kort voor de komst van de pandemie kregen ze met steun van Rikolto ook een opleiding in goede productie- en landbouwpraktijken. "Eén van de workshops bereidde ons voor op de Covid-noodsituatie," benadrukt ze. Om de verspreiding van Covid-19-gevallen in het gebied te voorkomen, kregen de vrouwen veiligheidskits. En er was een workshop waarin veiligheidsmaatregelen met het personeel op de boerderij en thuis met het gezin aan bod kwamen.

Vrouwen en koffie: een match waarbij de keten wint

AACRI werkt met elke schakel in de koffieketen: van het maken van de verpakking tot de productie en promotie van koffie (cupping en barista), maar ook activiteiten rond bijproducten van koffie (sieraden) en koffielikeuren.

Met de steun van Rikolto wil AACRI meer vrouwen en jongeren bij de koffieketen betrekken, enerzijds met opleidingen, maar ook met technische ondersteuning. "Onze leden identificeren zich meer met de organisatie, de loyauteit aan de organisatie is gegroeid en er is een betere onderlinge afstemming tussen de leden", legt Ramiro uit.

De vereniging denkt na over de toekomst van de koffiebusiness, verder dan louter de productie. Daarom betekent de integratie van vrouwen en jongeren een kans om "aan de lokale verwachtingen te voldoen, beter op hen in te spelen, zodat de visie van de organisatie iedereen vertegenwoordigt". Het programma van Rikolto geeft een meerwaarde aan het werk van de koffie-telende gemeenschappen in de Intag-vallei. De vrouwen, wiens werk de keten sterker maakt en de Ecuadoraanse koffie met een aroma van hoop doordrenkt, spelen hierin een belangrijke rol.

"Rikolto moedigt de integratie van vrouwen en jongeren in de koffieketen in Ecuador aan. In deze tijden van pandemie hebben we meer dan 200 arbeiders en boeren opgeleid in veiligheidsprotocollen en in verbeterde oogst- en naoogsttechnieken. 480 boeren en hun gezinnen werden voorzien van materialen en benodigdheden om de nieuwe situatie op hun boerderijen het hoofd te bieden."