Van Rwanda naar Congo en terug

Van Rwanda naar Congo en terug

27/02/2018
Jo Vermeersch
Jo Vermeersch
Communicatiemedewerker (op pensioen)

Een gesprek met Luc Mariën

Luc Mariën is ex-werknemer van Coopibo en Vredeseilanden, en lid van de Algemene Vergadering van Rikolto (Vredeseilanden).

Vorige zomer reisde Luc samen met een aantal reisgezellen naar Rwanda en Oost-Congo. Voor wie de situatie een beetje kent niet direct een regio die je als vakantiebestemming zou uitkiezen. En toch zou de trip naar Ile Idjwi volgens Luc perfect in de catalogi van reisorganisaties kunnen passen, ware het niet dat een aantal cruciale factoren dit idee in de weg staan.

Het gesprek dat wij hierover hebben met Luc verloopt bijzonder geanimeerd. Het is duidelijk, een reis naar Rwanda en Oost-Congo geeft stof tot nadenken.

De tegenstelling

“We zijn onze reis gestart in Rwanda. Ik heb er 5 jaar gewerkt, tot 1983, dus voor de genocide. Ik was in het begin wat op mijn hoede om over dat verleden te praten, maar tijdens het bezoek bleek dat die schroom ongegrond was. Op geen enkel moment heb ik reserve gevoeld, ik kon er met iedereen een open gesprek aangaan. Ik besef uiteraard dat zo’n kort bezoek, we waren 15 dagen in Rwanda, niet voldoende is om echt inzicht te krijgen in de huidige Rwandese maatschappij, maar de contacten die wij er hadden waren steeds hartelijk en open. Als ik die 15 dagen in Rwanda én de 5 dagen in Congo moet samenvatten, dan kan ik maar één conclusie trekken. Het verschil is gigantisch. Je kan op veel vlakken kritiek hebben op Rwanda, maar in Rwanda werkt alles. Een stopcontact …. dat werkt, er komt water uit de kraan, de banken functioneren, er zijn bemande gezondheidsposten over het gehele land, de wegen zijn goed onderhouden en het verkeer is vrij goed georganiseerd. Een voorbeeld: Ik heb via e-mail vanuit België een auto gehuurd in Kigali en die heeft men voor ons tot in Kibuye gebracht, op het afgesproken tijdstip … Het is er veilig en er is weinig criminaliteit. Vermoedelijk zit de zeer repressieve aanpak van de overheid daar wel voor iets tussen. Wie ook maar iets mispeutert, die heeft het geweten. En dan kom je in Congo …. en plots werkt er niets meer. Dat is echt zoals wij het hebben ervaren en dat maakt een mens triest. De mensen die er voor Rikolto (Vredeseilanden) werken, leveren fantastisch werk, als je dan nog bedenkt in welke context ze dat werk moeten doen … onvoorstelbaar. Ik doe echt mijn hoed voor af voor wat daar gepresteerd wordt, ondanks de omstandigheden.

Dubbel gevoel

Ik besef dat het heel moeilijk is om over oorzaken te praten en te vergelijken. Congo heeft veel natuurlijke rijkdommen, wat eigenlijk een groot voordeel zou moeten zijn maar in de huidige omstandigheden mee de oorzaak is van de problemen. Het land wordt geplunderd, niet in het minst door de eigen overheid. Rwanda ontvangt ook nog heel veel ontwikkelingsgeld, maar ik heb wel de indruk dat het land goed beheerd wordt. De economische basis van Rwanda is wel erg zwak, daardoor vallen velen nog altijd uit de boot en is er veel armoede. Met alle gevolgen van dien, het onderwijs bijvoorbeeld, dat is betalend … Het is simpel: geen geld, geen school.” Je kan het huidige regime in Rwanda bezwaarlijk democratisch noemen, maar ik zou ze het voordeel van de twijfel willen geven en vragen om ze nog tijd te geven. Wat mijn vertrouwen wél aantast zijn de signalen waaruit blijkt dat er in Rwanda geen vrije informatieverspreiding mogelijk is en dat alle informatie onder controle staat van de overheid. Zo wordt de armoede, die er in het land duidelijk is, verdoezeld omdat ze niet past bij het huidige positieve imago van het land. Nogmaals, het zijn de indrukken die ik opdeed tijdens een reis van 20 dagen in een regio met een bijzonder complexe geschiedenis die zich afspeelt over landsgrenzen heen. Ik heb er voor en na de reis al heel veel over gelezen en ben daar trouwens nu nog mee bezig. Eén pijnlijke vaststelling blijft steeds terugkomen, met name de nefaste rol van de kolonisatoren.

Gastvrijheid

“Maar we gingen het over onze ervaringen op het terrein hebben. Zo ben ik in Rwanda de cementfabriek gaan bezoeken, indertijd opgestart door Coopibo, een project waar ik zelf nog aan heb meegewerkt. We werden er ontvangen en rondgeleid door de huidige CEO, een Keniaan die met een nieuwe ploeg aan het werk is om de fabriek weer volledig operationeel te maken. In Gitarama bezochten we het CSC, de vroegere partnerorganisatie van Vredeseilanden (Coopibo). De huidige algemeen secretaris is een stuk met ons meegereisd en heeft ons de huidige werking van de organisatie laten zien. Zeer leerrijk, moet ik zeggen. In Congo werden we hartelijk ontvangen door Gilbert. Hij is voorzitter van de koffie-coöperatieve op Ile Idjwi. Gilbert woont zelf in Goma, maar brengt het grootste deel van zijn tijd door op Ile Idjwi. Vanuit Goma onderhoudt hij dan weer alle contacten voor de koffiehandel.

Wat direct opvalt is de gastvrijheid en de uitbundigheid waarmee je wordt onthaald, dat doet een mens deugd. Boven dit alles hangt natuurlijk de schaduw van een grote politieke instabiliteit. Het is vrij duidelijk dat er verandering zal komen in de nabije toekomst, met zeer waarschijnlijk een regime-wissel. Alleen kan niemand voorspellen hoe en wanneer dat zal gebeuren. Bovendien is het allesbehalve zeker dat zo’n verandering beterschap zal brengen voor de Congolezen. Je kan alleen maar hopen dat dit op een democratische manier verloopt, maar ik denk eerder dat dit meer droom dan hoop is. Persoonlijk geloof ik niet in een grote ‘volksbeweging’ van onderuit, wie daar zit op te wachten zal nog heel veel geduld moeten hebben, vrees ik. En wat we vooral moeten durven onder ogen zien dat ook België, Frankrijk, de VS, China … een belangrijke mede-verantwoordelijkheid dragen in de voortdurende impasse in Congo. Daar hoor ik wat mij betreft veel te weinig over bij politieke analisten.

De ideale vakantiebestemming

Maar, terug naar Ile Idjwi. Je zal het wellicht moeilijk kunnen geloven, maar eigenlijk is dit de ideale vakantiebestemming. Goed, in het hotel waar we verbleven waren alle basisvoorzieningen in orde. Maar de plek, het eiland, de natuur, het Kivu-meer, … dat is magisch. We zijn daar uiteraard op bezoek geweest bij de koffie-coöperatieve, achterop de moto’s van de medewerkers hebben we zo de micro was-stations en drooginstallaties voor koffie bezocht. Wij waren er behoorlijk van onder de indruk. We kregen er eigenlijk het hele traject van de koffie te zien, van de akker tot de groene, gedroogde koffie die klaar is voor export. Daarbij viel de fierheid op waarmee de boeren en medewerkers ons dit allemaal lieten zien. Je voelt aan den lijve de dynamiek die de koffieteelt er met zich meebrengt. En wat heel duidelijk is, het zijn die mensen, de medewerkers van Rikolto (Vredeseilanden) en uiteraard ook de boeren, die van dat verhaal van de koffie een succesverhaal maken. En dat gaat niet zonder slag of stoot, denk maar aan de concurrentie van illegale koffie-smokkel of de overdreven uitvoertaksen waarmee de strijd moet worden aangegaan. Dat bleek ook in de lange, boeiende gesprekken die we, bij een fles Primus, hebben gevoerd. Ook dat is een rode draad, bij ongeveer al onze ontmoetingen, de openheid, de hartelijkheid. Een schril contrast met de meeste ambtenaren waar we mee te maken hadden. Nu, we moeten daar ook eerlijk in zijn, doordat Ile Idjwi een eiland is, van weinig politiek of economisch belang, is het gespaard gebleven van de onrusten, waar de rest van Oost-Congo zo zwaar onder heeft geleden. Steden als Bukavu of Goma hebben een strategisch belang, op Ile Idjwi is geen enkele stad van belang. Eigenlijk is Ile Idjwi waarschijnlijk het enige echte ‘Vredeseiland’ (lacht).

Via Bukavu en Goma terug naar Rwanda

Op de boot richting Bukavu had ik een heel interessante ontmoeting met Innocent, hoofd van het Nationaal Instituut voor de Statistiek in Bukavu. Hij is zo vriendelijk geweest om ons Bukavu te laten zien. Dat was een hallucinante ervaring, net als de doortocht van Goma. Met een beetje overdrijving, als je naar die steden gaat, ga je door de poorten van de hel. Je houdt het niet voor mogelijk hoe mensen het in die omstandigheden volhouden, kapotte wegen en vervallen gebouwen, wegblokkades, hopen vuil en autobanden die al dan niet liggen te branden. De rook, de geur … Wij bezochten er een school waar een paar duizend leerlingen schoollopen. Althans, dat is de bedoeling. Maar kijk, dit is de toestand van de klaslokalen (Luc toont een foto die niets aan de verbeelding overlaat). We bezochten er ook het Panzi-hospitaal van de bekende dokter Mukwege. Dat hospitaal is letterlijk een oase middenin een hoop ellende, het is zeer goed uitgerust en mensen krijgen er goede verzorging. Na Bukavu ging het terug richting Rwanda, waar we o.a. het Bisesero Genocide Memorial hebben bezocht. De plek, hoog in de heuvels is uitgekozen omdat daar een aantal groepen Tutsi’s naartoe zijn gevlucht en nog wekenlang weerstand hebben geboden aan de overmacht van de groepen Interahamwe, tot ze uiteindelijk allemaal zijn uitgemoord. Een beklijvend bezoek.

Van daaruit zijn we doorgereisd en hebben we een bezoek gebracht aan UGAMA CSC (Organisation d’Appui aux Coopératives et Associations/Centre de Services aux Coopératives). Een ngo die door Coopibo (Vredeseilanden - Rikolto) is opgericht in 1985. Calixte, de coördinator van de organisatie, heeft ons meegenomen naar een rijstpellerij waar de organisatie terecht fier op is. Het was mooi om te zien hoe die organisatie een succesvol traject heeft afgelegd. Ook het model sprak me aan, nl. een samenwerking van de coöperatieve met privé-investeerders. We reisden ook langs Runda Taba, een dorp waar de Abaruta-coöperatieve -nog altijd- onder een andere naam (Impabaruta), actief is. Voor alle duidelijkheid, dit is ook een coöperatieve die in een ver verleden door pioniers van Coopibo (Vredeseilanden- Rikolto) Rob Adriaensen en Jan Aertsen, is opgericht. Op de rangschikking van beste coöperaties staat deze coöperatieve nu op nummer 1. De rijstvelden zijn echt indrukwekkend. De landbouw-ontwikkeling is hier met succes aangepakt. Dat mag gerust gezegd worden.

Een heel mooie afsluiter, voor een heel boeiend gesprek.