Social impactfonds Kampani doet eerste investering

Social impactfonds Kampani doet eerste investering

26/05/2016

De grootste unie van koffiecoöperatieven van Burundi heeft zopas een eigen verwerkingsfabriek in het land geopend. Belgische middelen maakten dit mogelijk, namelijk een investering van 214.000 dollar door het investeringsfonds Kampani. Het gaat om de eerste investering van dit fonds dat vorig jaar werd opgericht door de Koning Boudewijnstichting, Vredeseilanden, Trias, Alterfin, SIDI, Louvain Cooperation, Boerenbond e.a.

Kampani is een zogenaamd social impact investeringsfonds dat het ondernemerschap in de landbouw wil stimuleren. Het richt zich op Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Het positioneert zich als een pionier om armoede te bestrijden en ontwikkeling te promoten en ziet zichzelf niet als een traditionele onderneming noch als traditionele filantropische organisatie. Volgens Wouter Vandersypen, CEO van Kampani, bevindt zijn organisatie zich ergens middenin het spectrum tussen de zogenaamde charities die een schenking of subsidie geven om een sociaal doel te bereiken, en bedrijven die financiële opbrengst en winst voorop stellen. “Daartussen bevinden zich sociale ondernemingen die wel een eigen inkomstenstroom genereren maar waarbij de drijfveer in de eerste plaats een sociaal rendement is.”

Boerencooperatieven tussen twee stoelen

Volgens Vandersypen ontbreekt een belangrijk type van financiering in de agro-foodsector in ontwikkelingslanden. “Boerencooperatieven zijn te klein voor de grote spelers en te groot voor micro-financiering. Daardoor raken zij onvoldoende aan geduldig investeringskapitaal.” Het is precies dit type van financiering dat Kampani voorziet.

De Horamama fabriek, een zogenaamde dry mill, van de Burundese coöperatieve COCOCA beantwoordt aan deze criteria. In de fabriek worden de koffiebonen klaargemaakt en opgeslagen voor de export onder meer door ze te ontdoen van de vliezen die er nog aan kleven. Voor deze investering waren de boeren afhankelijk van derden voor deze verwerking.

Horamama is het sluitstuk van het verticale integratieproces. Alle andere onderdelen van dat proces zoals de productie en de verwerking van de bessen tot bonen zijn al in handen van de coöperatieve boeren. De verticale integratie zal de traceerbaarheid en de kwaliteitscontrole van de koffie verbeteren. Tenslotte zal de toegevoegde waarde van het pellen van de bonen binnen de groep landbouwers blijven. COCOCA’s CEO, Ernest Ndumuraro, stelt dan ook dat “de investering door Kampani, COCOCA op verschillende niveau’s versterkt: in de eerste plaats een betere dienstverlening voor haar leden, maar naar haar afzetmarkt toe”.

COCOCA verenigt 33 coöperatieven van Burundese koffieboeren, goed voor in totaal 27.000 producenten. De coöperatieve staat momenteel in voor 11% van de koffieproductie van het land. Ze is de eerste coöperatie in Burundi die een eigen dry mill zal bezitten. De boeren dragen trouwens ook zelf een groot stuk van de investering die, gespreid over drie jaar, 500.000 dollar zal bedragen. Bovendien wordt de jaarlijkse operationele kost geschat op nog eens 200.000 dollar.

Geen tijd en geld meer verliezen door verre verplaatsingen

“In Burundi leven 600.000 families van koffie”, zegt Alex Tack van Alterfin, mede-aandeelhouder en portefeuillebeheerder van Kampani. “Het gaat hier dus om een sleutelsector. De boeren kweken arabica koffiebonen van betere kwaliteit, maar meestal op erg kleine perceeltjes. Ze hebben het dus niet gemakkelijk. De uitbouw van de coöperatieven, de verticale integratie en de Horamama-fabriek moeten daar verandering in brengen.”

“Ik beschouw de nieuwe Horamama fabriek als van mezelf”, zegt Marie-Goreth Nzeyimana. Zij is een koffieproducent en lid van een coöperatieve. “Ik heb een deel van het kapitaal in handen. Vanaf nu zal mijn koffie daar bewerkt worden, terwijl ik er bij ben. Ik zal dus geen tijd en geld meer verliezen door verre verplaatsingen. Ik zal dicht bij mijn productie zijn. Dat is een belangrijke winst voor mij.”

Diomède Ntunzwenimana gaat mee in het enthousiasme: “We zijn blij want iedereen wint hierbij. Onze koffie zal nu in onze eigen provincie Kayanza bewerkt worden. De belangrijkste winst voor mij is dat ik in staat zal zijn het productieproces te volgen, van bes tot koffie. Ik kan zelf de kwaliteit van mijn koffie in het oog houden.”

Deze eerste investering kwam tot stand met de hulp van de Koning Boudewijnstichting die al jaren rechtstreeks steun geeft aan Burundese koffieboeren en de mogelijke investering signaleerde aan Kampani. Zij neemt ook de premie voor de verzekering tegen politieke risico’s voor haar rekening. Het Nederlandse sociale investeringsfonds ICCO Agro Business Booster werd door Kampani mee in bad getrokken als co-investeerder, om het risico te spreiden en te genieten van ICCO’s operationele aanwezigheid in Burundi.

De technische bijstand kwam dan weer van Broederlijk Delen dat al jaren COCOCA ondersteunt en de coöperatieve op het niveau bracht om deze volgende stap in haar ontwikkeling te zetten. Als Kampani’s operationele partner, voerde Alterfin de due dilligence uit. Alterfin verschaft bovendien al enkele jaren voorfinanciering van de oogst en zal dit blijven doen.
Het is precies de samenwerking van deze verschillende actoren waar de kracht van Kampani in schuilt.