Sihubira Farmers Organisation: Hoe een boerenorganisatie groeit

Sihubira Farmers Organisation: Hoe een boerenorganisatie groeit

13/12/2007

Sihubira Farmers Organisation: Hoe een boerenorganisatie groeit

Sihubira Farmers Organisation is een kleine Oegandese boerenorganisatie tegen grens met Kenia. Momenteel zijn 300 boerenfamilies lid van de organisatie. De organisatie heeft ervoor gezorgd dat er nu het hele jaar door voldoende voedsel voor iedereen is.

Het eerste kantoortje van Sihubira Farmers Organisation was ... een boom, met een paar bankjes errond. Dertien mannen en vrouwen uit het dorp kwamen er regelmatig samen om thee te drinken en nieuws uit te wisselen. Meer en meer begonnen ze na te denken over hun landbouwactivteiten. Niet iedereen in het dorp had het hele jaar genoeg te eten. Hoe konden ze de opbrengst verhogen? Hoe konden ze een antwoord bieden op droogte? Op een aantal andere problemen waarmee ze kampten?

De laagste bestuursniveaus in Oeganda (district en subcounty) hebben de rol om diensten te leveren. Een veearts, een adviseur rond landbouw, iemand die gezondheidsadvies geeft, ... staan ter beschikking van de mensen in het district. Maar, deze ambtenaren namen zich nooit de moeite om naar het afgelegen Sihubira te reizen. Nog nooit hadden de boerenfamilies in de streek beroep kunnen doen op hun diensten.

Dus beslisten de dames en heren onder de boom om zelf die adviesfunctie over te nemen en een eigen organisatie op te richten (1994). Ze betaalden een landbouwadviseur uit het nabijgelegen Tororo district, en begonnen hun toer in de dorpen, om de mensen hun plannen uit te leggen.

Sihubira Farmers Organisation had het in het begin niet gemakkelijk om het vertrouwen van de mensen te winnen. Waren het geen politieke zakkenvullers? En waarom zouden ze luisteren naar een ngo, een "NIET gouvernementele organisatie". Hoorden zij niet bij de oppositie, en zouden de mensen die er lid van waren daarom niet opgepakt worden?

En toen sloeg de honger toe

In 1997 trof het cassava mozaïek virus de regio. Een ramp voor de streek. Alle families planten het wortelgewas cassava in hun tuin. De wortels kunnen tot een paar jaar in de grond blijven, en zijn dus een soort voedselspaarpot voor de mensen. Voor families die onder de armoedegrens leven is cassava hun dagelijks voedsel. Een periode van honger volgde.

Alle cassavaplanten in de streek gingen dood. We aten maar één keer per dag meer, en dan nog hadden we niet genoeg voor al onze kinderen. Opeens moesten we voedsel gaan kopen. Maar er was geen geld. Dus gingen we bij andere boeren wieden en ploegen tegen betaling. Dan moesten we te voet een tiental kilometers stappen tot een plaats waar we zakjes van 1kg cassavabloem konden kopen.

Jessika en Helen

Een bezoeker bracht Sihubira Farmers Organisation in contact met VECO/Vredeseilanden. Zij spraken een onderzoeksinstelling aan die na een lang zoekproces een resistente cassava-variëteit heeft ontwikkeld. Sihubira plantte de nieuwe stekjes in 'moedertuinen', en verspreidde de nieuwe variëteit zo onder de bevolking.

De voedselzekerheid in de streek is nu gegarandeerd. Het gaf Sihubira hoop en veel vertrouwen bij de bevolking.

Nog veel plannen

In 2001 werd Sihubira Farmers Organisation een volwaardige partnerorganisatie van Vredeseilanden, en krijgen ze financiering voor een aantal van hun activiteiten. Aandacht voor voedselzekerheid en werken aan inkomensverhoging van boerenfamilies, zijn nog steeds hun grootste bekommernis. Maar daarnaast zijn ze ook nog met andere thema’s bezig: natuurbehoud, gender, gezondheidszorg, voedingsadvies geven, hiv/aids preventie, beleidsbeïnvloeding op districtsniveau, aandacht voor bejaarden en kinderen met een handicap. Een hele boterham dus, waarvan een aantal activiteiten op een laag pitje staan omdat ze niet gefinancierd worden (o.a. transport voor theatergroep die aan hiv/aids preventie doet in scholen).

Met dezelfde onderzoeksinstelling startten ze een nieuw initiatief rond betere variëteiten van pindanoten en maïs. De resultaten met zijn hoopgevend. Vrouwen die onder de armoedegrens leefden, slagen er nu in om een deel van hun productie over te houden voor verkoop. Vooral in Kenia, een paar kilometer verder, ligt potentieel voor bepaalde producten.

Verwerkte cassava geeft een veel betere prijs. Sihubira FO heeft een aantal machines aangekocht om gari (soort couscous) te maken en te verpakken. Het blijkt een heel populair product!

Een aantal boeren experimenteren ook met bijenteelt en het maken van honing. Het is echter nog te vroeg om te bepalen of dit een successtory wordt.

Nieuwe uitdagingen

Momenteel werkt Sihubira FO met steun van Vredeseilanden vooral aan mentaliteitswijzigingen van de boeren en boerinnen. Velen verkopen hun oogst onmiddellijk, als er overschot is. Daardoor krijgen ze een lage prijs voor hun producten. Medewerkers van Sihubira FO proberen hen ervan te overtuigen een deel te stockeren. En om de evolutie van de prijzen op de voet te volgen, zodat ze op het juiste moment kunnen verkopen.

Dat vraagt om een goeie opslagruimte. De plannen zijn klaar. En dat vraagt ook om de oprichting van een marketingcomité die vorming moet krijgen over basiseconomie. Hoe worden prijzen gevormd? Hoe zit onze markt in elkaar?

In heel Oost-Afrika kweken boeren pindanoten. Samen met al haar partnerorganisaties in Oeganda en Tanzania zal Vredeseilanden zoeken naar betere marketingstrategieën voor pindanoten. Ook de mensen van Sihubira zullen hierbij betrokken worden. Zo kunnen de boeren en boerinnen in die streek de nieuwe inzichten toepassen, en hun inkomen zien verhogen.