In memoriam Rob Adriaensen: Een onbreekbaar geloof in een betere wereld

In memoriam Rob Adriaensen: Een onbreekbaar geloof in een betere wereld

27/08/2012

Dinsdag 21 augustus 2012 stierf Rob Adriaensen in het Heilig Hartziekenhuis van Leuven aan de gevolgen van slokdarmkanker. Rob was 20 jaar professioneel actief bij COOPIBO (dat in 1997 fuseerde met Vredeseilanden) en daarna nog eens zo lang bij 11.11.11. Na de werkuren zette hij dat engagement, zijn onbreekbaar geloof in een betere wereld, voort in tal van verenigingen. Rob leidde vanuit de achtergrond ontelbare initiatieven waarvan de invloed nog lang zal doorwerken in onze Noord-Zuidbeweging.

Rwanda

Na zijn studies economie, trok Rob in 1972 voor COOPIBO naar Rwanda. Hij ging er aan de slag als economisch adviseur bij de coöperatieve ABARUTA, binnen het integraal plattelandsprooject Runda-Taba. Het was een schoolvoorbeeld van ontwikkelingssamenwerking in een lijn van zelfredzaamheid. Om via een economie van duurzame landbouw mensen actor te maken van hun eigen geschiedenis. Om met weinig middelen, veel in beweging te zetten.

De sterkte van Rob lag in zijn vakkennis en zijn zorgvuldigde voorbereiding. Toch was het vooral zijn uitzonderlijk talent om met mensen te werken, hen laten samenwerken, dat zo vaak het verschil maakte.

Rob was een begaafd econoom, maar dat verhinderde hem niet om zich altijd lerend en luisterbereid op te stellen. Met die spirit bouwde hij mee aan een coöperatieve met sterke, gedecentraliseerde structuren, een fijnmazig controlesysteem en participatie van mannen én vrouwen.

Rob was graag gezien en gerespecteerd door de boeren en boerinnen. Niet omdat hij “de blanke” was die geld bracht om een project op te zetten, maar omdat hij zich dubbel plooide om hun taal te spreken en zich onvermoeibaar inzette voor de gemeenschap, als één van hen.

COOPIBO

In ‘77 keerde Rob terug naar België. Op de luchthaven van Kigali werd hij uitgewuifd door een honderdtal boeren en boerinnen die mee waren gereisd. In België ging Rob aan de slag op het secretariaat van COOPIBO. Hij volgde ontwikkelingsprogramma’s op, deed aan personeelsbeheer en zette mee de eerste publiekscampagnes op. Vooral bij dat laatste kwam een tot dan onbekende kwaliteit van Rob boven drijven.

Want Rob keek verder. Hij zag dat ontwikkelingsprojecten, hoe succesvol ze ook waren, nooit de dieperliggende problemen in de wereld kunnen oplossen. Structurele verandering kan er enkel via politieke weg komen: door ontwikkelingssamenwerking op een lijn te brengen met het handelsbeleid, het buitenlands beleid, door iets te doen aan de schulden van arme landen. Om dat te bewerkstelligen, heb je een verontwaardigde publieke opinie nodig die voor druk op het politieke niveau zorgt. Ontwikkelingsprojecten zorgen daar niet voor, daar is sensibilisering, educatie en lobbywerk voor nodig.

Vanuit die gedachte werd Rob eind jaren ‘80 een van de drijvende krachten achter Student Aid. Met een solidariteitsweek en aangepaste college’s aan de unief wilde hij studenten op een eigentijdse manier inspireren tot wereldburgerschap. Geen uitgesponnen toespraken, wel muziek, multimedia, sterke foto’s. Een voor die tijd unieke benadering, omdat ze vertrok vanuit een positieve beeldvorming en de kracht van mensen in ontwikkelingslanden.

Student Aid werd groot. Tal van bekende figuren schaarden zich mee achter de actie. Dat was te danken aan de intense begeestering van Rob om mensen en organisaties samen te brengen en hen te overtuigen mee aan de kar te trekken.

In 1991 stond Rob mee aan de wieg van een andere krachttoer: de tentoonstelling Wit over Zwart in de Markten in Brussel. De tentoonstelling toonde de manke westerse beeldvorming over Afrika in reclame, films, enz. Bijna 200.000 mensen bezochten de tentoonstelling. Iedere krant en weekblad bracht er wel iets over. Een succes dat andermaal zijn fundamenten vond in een samenwerking die Rob smeedde tussen verschillende Belgische ngo’s en cultuur- en migrantenorganisaties.

De impact van Wit over Zwart kan moeilijk overschat worden. Ze deed de beeldvorming over het Zuiden kantelen. Sindsdien geen miserabilistische affiches meer in publiekscampagnes van ngo’s, maar beelden die vertrekken van respect, kracht en dynamiek.

11.11.11

Rob’s talent om mensen en organisaties samen te brengen rond beklijvende campagnes en evenementen, ging niet onopgemerkt voorbij. In 1992 maakte hij de overstap van COOPIBO naar 11.11.11 om er zich toe te leggen op meerjarige of grote campagnes voor en met heel de sector.

Vanuit de koepelorganisatie zette hij in 1993 zo mee de H-campagne op rond honger. In 1996 bracht hij in Leuven universiteit, stad en Noord-Zuid-organisaties samen voor “Vierkant voor Afrika”. Duizenden mensen overspoelden de binnenstad voor muziek, ateliers en voorstellingen. In 1998 zette hij met Worldshake in Mechelen een gelijkaardig evenement neer, dat in het bijzonder gericht was op jeugd.

Achter de schermen vuurde Rob de sector rond ontwikkelingssamenwerking voortdurend aan tot vernieuwing. Hij werkte gedurfde visies uit en daagde mensen uit tot debat. Veel van die inspanningen kwamen samen in 2001, bij de besluiten van de vernieuwingsbeweging die 11.11.11 leidde. Sindsdien is er één mondiaal blad (MO*), één portaalsite (11.be) en neemt 11.11.11 als koepel de leiding in politieke campagnes.

Zijn werkkracht en engagement maakten Rob niet blind voor mankementen. Al die jaren bleef zijn zin voor zelfkritiek even scherp. Voor zichzelf en de organisaties waarbinnen hij actief was. Als de vernieuwing slachtoffer werd van individuele profileringsdrang, zweeg hij niet. Rob kon zich dan kwaad maken. Doordacht kwaad. Altijd met het doel om iets te verbeteren en mensen opnieuw in beweging te zetten. Ook op Algemene Vergaderingen en tijdens discussieavonden uitte hij zijn bezorgdheden: de Noord-Zuidbeweging is te wit, maakt de weinig aansluiting met de 4de wereld in ons land, laat zich te weinig horen rond vluchtelingen en migratie,...

Rob dacht na over al die thema’s. Hij schreef zijn ideeën neer in lezersbrieven en in mails naar collega’s, hij organiseerde debatavonden. Rob bleef daarbij niet steken in woorden. In zijn dorp Oud-Heverlee bracht hij solidariteit op microschaal in de praktijk via de Amnesty-werkgroep, het 11.11.11-comité, bij de KWB en WOSO. En ook hier lag zijn inbreng in het zoeken naar nieuwe manieren om mensen te betrekken. Ondanks zijn ziekte, stak hij de laatste jaren van zijn leven zijn tijd en energie in het mee opzetten van een doorgangshuis voor vluchtelingen in het Leuvense. Het opende dit jaar zijn deuren in Herent.

Rob kende een bewogen leven. Hij werd geboren in 1948 in Baarle-Hertog en groeide op in een groot gezin, dat enkele forse klappen moest incasseren. In 1994 moest Rob afscheid nemen van zijn vrouw Chris Klaasen, die aan kanker leed. Jaren later moest hij dezelfde diagnose voor zichzelf vernemen.

Een smerige ziekte heeft een schoon mens geveld. Maar die schone mens laat ons een rijke erfenis aan knappe verwezenlijkingen en krachtige idealen na. Voor de Noord-Zuidbeweging in ons land is Rob een monument. Geen protserig kijk-naar-mij-monument. Wel een eerste steen van vele huizen. Een hoeksteen die draagt en verbindt.

Rob is er niet meer, we zullen hem missen. Onze gedachten gaan naar zijn twee zonen en hun partner, zijn vier kleinkinderen en in het bijzonder naar zijn vrouw, onze lieve collega Rita. Samen met vele vrienden, maakten zij van die laatste jaren dat Rob leefde met een uitzichtloze ziekte, elke dag de moeite waard.

Johan Cottenie (NGO-federatie) en Jan Aertsen (Vredeseilanden)