Land voor de landlozen

Land voor de landlozen

15/11/2008

De sympathieke en recht voor de raapse Muhammed Nur Uddin is secretaris-generaal van API, een nationale boerenorganisatie. Zijn grootmoeder was boerin en zelf verdiepte hij zich in de theoretische en praktische kant van de boerenstiel, alvorens de tweede man te worden van API.
De boerenvereniging API is een Vredeseilanden-partner die zich onder andere bezighoudt met de landhervorming, de herverdeling van de gronden waar vooral de armste boeren met weinig of geen land wel bij varen.

Journalist Jan Bosteels ging op bezoek bij APi en stelde een paar vragen aan Muhammed.

Waarom is er een landhervorming aan de gang in Indonesië?
De Nederlandse kolonisator eigende zich het land van veel boeren toe en maakte er plantages van, die na de onafhankelijkheid door de Indonesische overheid werden overgenomen. Na Soeharto eisten de boeren de grond terug die eigendom was van hun voorouders. Wij onderzoeken wie aanspraak kan maken op grond en bemiddelen tussen overheid en boeren. We maken van de gelegenheid gebruik om een deel van het teruggekregen gebied te verdelen onder landlozen, weduwen en wezen. Het gaat overigens niet om het bezit van de grond, maar
over het recht om hem te bewerken. We streven naar 0,25 ha per boer, al is dat niet genoeg om zelfvoorzienend te zijn. Het probleem is dat er niet genoeg grond is voor alle arme boeren. De meeste boeren zijn in feite landarbeiders.

Die boeren zonder land, wat moeten we ons daar precies bij voorstellen?
Zo'n 17 miljoen huishoudens of ongeveer 60 miljoen mensen zijn landloos. Dertien miljoen gezinnen of ongeveer 45 miljoen mensen bezitten minder dan 0,25 ha. Op het eiland Java, het grootste en dichtst bevolkte van Indonesië, bezit slechts één boer op acht grond. De rest komt aan de kost als landarbeider.

Is het dan zo treurig gesteld met de verdeling van de rijkdom in Indonesië?
In ons land bezit twee procent van de bevolking tachtig procent van de middelen en plantages. Vandaar de noodzaak van een landbouwhervorming, die wij mee proberen mogelijk te maken. Maar het blijkt erg moeilijk omdat er veel belangenconflicten zijn. Ik maak me geen illusies. Sharing poverty, armoede (her)verdelen, dat is wat we doen.

Legt iedereen zich daar zomaar bij neer?
Het zal in ieder geval niet snel veranderen. De regering en de religies zijn erin geslaagd om de mensen braaf te houden. We zijn erg religieus, dat helpt. In onze geloofsgemeenschappen delen we onze gedachten en zorgen, de religie werkt als een buffer voor elk ongenoegen. Wat de regering betreft: in ons land is er geen duidelijk onderscheid tussen de leider en de mensen. We zijn allemaal als het ware één grote familie en we cultiveren die sterke familiebanden. Tegen je eigen familie zou je toch ook niet in opstand komen? Daarnaast zien veel arme boeren hun armoede als hun lot. Voor hoger opgeleide boeren die toegang hebben tot de moderne communicatiemiddelen ligt dat anders. Maar er is vooralsnog geen politieke partij die het specifiek voor hen opneemt.

Welke rol speelt de boerenorganisatie API op het terrein?
We doen aan samenlevingsopbouw en maken technologie beschikbaar die de toegang tot informatie moet verzekeren. We zijn vijf jaar bezig en zien dat de mensen sterker en mondiger worden. Zo kunnen we op termijn meer bereiken. Hoe dan ook, in de Indonesische traditie kiest de bevolking normaal niet voor de confrontatie, maar geniet consensus de voorkeur.

Indonesië is een uitgestrekt en divers land. Welke lokale verschillen zijn er en hoe speelt API daar op in?
In de provincie NTT (Nusa Tenggara Timur, waartoe Flores en Timor behoren, jb) kampen we met watertekort. We zorgen er daar voor dat de gemeenschappelijke weiden waarop het vee graast worden omheind zodat de dieren geen akkers vernielen. In de buitengewesten zoals Borneo, Timor en Papoea trekken de vaak analfabete kinderen van het land weg naar onder andere Maleisië. API probeert die landvlucht tegen te gaan door te zorgen voor onderwijs, alfabetisering en het oprichten van technologiecentra in samenwerking met Microsoft. In Sumatra is het beter gesteld met landbezit dan in Java, maar daar laat de infrastructuur te wensen over, zodat het moeilijk is producten aan de man te brengen. API helpt mensen om op lokaal niveau samen te werken om zaken te doen met handelaars in Jakarta. We houden bovendien in het oog of er faire prijzen worden betaald voor landbouwproducten en zorgen voor
kwaliteitsverhoging door boeren en groothandelaars met elkaar in contact te brengen.

Hoe zorgt overleg tussen boeren en handelaars voor kwaliteitsverhoging?
Dat overleg heeft er onder andere toe geleid dat watermeloenen nu niet langer tussen zeven en negen 's morgens worden geoogst. De dauwdruppels die er op dat moment nog opzitten, veroorzaken zwarte plekken en dat doet de prijs zakken.