Het groene goud van Nicaragua

Het groene goud van Nicaragua

15/02/2013

Eind februari: de start van het hoogseizoen voor bananenproducenten in Nicaragua. Tot midden augustus zullen ze druk in de weer zijn met de oogst van hun groene goud, de bakbanaan. Nicaraguanen eten ze thuis, op restaurant, in de eetstalletjes langs de straat. Je vindt ze in allerlei vormen en schotels: gefrituurd, als rijpe gekookte bakbanaan of in reepjes gebakken. En niets past zo goed bij een glaasje rum als schijfjes geplette en gebakken banaan met kaas.

Voor 1492 had niemand in Nicaragua van een banaan gehoord. Pas nadat Columbus Amerika ontdekte, kwam de Zuidoost-Aziatische vrucht in de Caraïben terecht.

Vandaag heeft de banaan Nicaragua veroverd en zorgt ze voor voedselzekerheid en tewerkstelling. Er is maar één probleem: de vraag is groter dan het aanbod. Daarom wordt een deel van de ‘plátanos’ ingevoerd, vooral uit Guatemala. Maar als we de bananenproducenten in Nicaragua ondersteunen, kunnen ze zelf aan de vraag voldoen en tegelijk hun inkomen verbeteren.

Onder de vleugels van CECOSORORIDAD

Vredeseilanden steunt twee vrouwencoöperaties in Nicaragua. In het begin hadden vooral de mannen veel te zeggen. Maar al snel lieten ook de vrouwen van zich horen. In 2010 verenigden ze zich, onder de vleugels van CECOSORORIDAD.

Waarom toch altijd die moeilijke namen voor een vereniging? Ada Leonor Sosa legt het ons uit: “De naam bestaat uit drie delen. “CECO” staat voor centrale van coöperaties, “SOR” betekent zoiets als band onder zusters, en “ORIDAD” verwijst naar solidaridad.

De samenwerking tussen Vredeseilanden en CECOSORORIDAD is nog jong, maar er zijn al veel stappen gezet, vertelt Ada: “We hebben aan onze interne communicatie gewerkt, we scholen ons om van kleine boeren tot kleine ondernemers en we passen betere landbouwpraktijken toe om de kwaliteit en versheid van onze bananen te verzekeren. Daardoor kunnen we producten aanbieden op verschillende markten in heel het land. De kopers zijn daar wel veeleisender maar ze betalen ook betere prijzen.”

De weg naar de supermarkten

De bananen gaan na het oogsten naar een opslagcentrum van de coöperaties. Daar worden ze gewassen, gesorteerd en verpakt door een ploeg van een 8-tal vrouwen, vaak echtgenotes of familie van de bananenboeren. De vrouwen krijgen daarom ook opleidingen om te weten hoe ze de bananen juist moeten behandelen. Het resultaat is een gezond en veilig product dat via de supermarkt de consument bereikt.

Betere inkomsten met bakbananen

De belangrijkste investering in een bananenplantage gebeurt in de eerste jaren. Een goed onderhouden plantage kan 5 jaar bananen opbrengen. Na drie jaar vernieuwen de boeren een deel van de planten. Voor een goede opbrengst moeten ze ook regelmatig hun plantage controleren op ziektes en zorgen dat er water kan aangevoerd worden of dat ze kunnen aansluiten op een bevloeiingssysteem.

De afgelopen jaren hebben de coöperaties al veel gerealiseerd. Hun productieplan zorgt voor een constant productaanbod voor verschillende markten. De producenten krijgen technische bijstand om de kwaliteit van de bananen te blijven verbeteren. Dankzij het aangepast opslagcentrum kunnen ze de bananen op geschikte en hygiënische manier verpakken en bewaren. Die verbeteringen zorgden ervoor dat de vrouwen hun bananen rechtstreeks te koop kunnen aanbieden in een van de grootste supermarktketens: Wal-Mart. Tijdens het laagseizoen kunnen de leden van de coöperatie rekenen op een wekelijks inkomen van zo’n $ 50. Tijdens het hoogseizoen is dat gemiddeld dubbel zoveel. Ook de inkomsten van de coöperatie zelf groeiden de laatste jaren. Op die manier kan er onder andere geïnvesteerd worden in nieuwe materialen en krijgt het personeel in de opslagplaats een goed loon.

Knelpunt krediet

Nu het beter gaat met de sector, krijgen banken en kredietinstellingen belangstelling om een deel van de productie te financieren. Toch blijft financiering in de vorm van flexibele kredieten een van de belangrijke knelpunten voor de kleine producenten van bakbananen, vertelt Marlon Rivera, voorzitter van de Unie van de Banananencoöperaties van Chinandega, een andere coöperatie die steun krijgt van Vredeseilanden. Samen met CECOSORORIDAD zorgen ze voor een groter aanbod van bananen. Daarnaast willen ze ook hun kans wagen op de regionale markt, vooral die van Honduras en El Salvador.

Onlangs diende de coöperatie een voorstel in voor een nieuw project bij de nationale kredietinstellingen. Dat project is aangepast aan de mogelijkheden en noden van de bananenproducenten. Hopelijk neemt een of andere financiële instelling het project op om zo de financieringsopties van de coöperaties te verbeteren!

“We zijn er ons goed van bewust dat er nog heel wat te doen is en we weten dat we het niet alleen kunnen klaarspelen. Net daarom is de ondersteuning van Vredeseilanden en andere organisaties heel belangrijk. Dankzij hun steun kunnen we onze positie op de markt verbeteren. Later gaan we zonder twijfel onze eigen weg, met onze eigen middelen”, besluit Ada nog.