Een ontdekkingstocht langs het werk van Rikolto in België

Een ontdekkingstocht langs het werk van Rikolto in België

09/01/2019

Wat hebben een smoothie op een hometrainer, een reep chocolade uit Nicaragua, een seizoensgroente-challenge en een boterham met zeewierpesto te maken met een voedselslimme stad? Alles, als het van Michèle, Beate, Philippe, Hannelore en Marieke afhangt. Zij namen ons op sleeptouw voor een ware Rikolto-tour door hartje Leuven.

Verslag: Peter Cristiaensen

De koffiestart op het kantoor van Rikolto in Leuven

Eind november verzamelt de internationale Raad van Bestuur en het internationaal management team van Rikolto in Leuven. Op het programma staan behalve een week overleg ook een dag verkenning van onze projecten in Vlaanderen. En dat mag je best letterlijk nemen: na de ochtendkoffie gaan we op stap voor een heuse ‘Rikolto Classic’ langs vier Leuvense haltes. Met overal veel (duurzaam) voedsel voor de geest. En soms ook voor de maag. “Inspiring, energizing and delicious”, zal de reactie op het einde van de dag zijn.

Gotische inspiratie op stadhuis van Leuven

De trend is onmiskenbaar: op de lange maar noodzakelijk weg naar een koolstofarme samenleving nemen steeds vaker steden het voortouw. Ze denken na hoe ze ‘klimaatneutraal’ kunnen worden. Daarbij gaat het niet alleen om vraagstukken als energie en mobiliteit, maar ook om voedsel. Vandaag woont de helft van de wereldbevolking in steden, straks driekwart. Wie zal al die monden voeden? En hoe kunnen steden de ecologische voetafdruk van al dat voedsel binnen de grenzen van onze planeet houden?

In 2015, tijdens een bijeenkomst van 137 stadsburgemeesters, ontstond het concept Food Smart Cities. Sindsdien werken verschillende regionale kantoren van Rikolto mee aan de voedselstrategieën van Tegucigalpa (Honduras), Quito (Ecuador), Sol (Indonesië), Da Nang (Vietnam), Arusha (Tanzania). In België rollen we projecten uit in Brugge, Gent, Antwerpen en Leuven.

Maar hoe organiseert zo’n voedselslimme stad zich? Ook voor Rikolto-België is het een cruciale vraag. Daarom trekken we voor onze eerste halte naar het gotische stadhuis van Leuven. Het voorbije jaar waren we nauw betrokken bij het denkproces om ook van Leuven een voedselslimme stad te maken. “Leuven telt heel wat korteketeninitiatieven, verpakkingsvrije winkels en projecten rond voedseloverschotten”, vertelt Michèle van Leuven 2030 ons. “Maar die moeten elk hun eigen weg zoeken. Daarom hebben we samen met deze pioniers en met mensen van de stad, de universiteit, de Boerenbond, bedrijven en andere organisaties een strategie uitgewerkt: om gezond en duurzaam geteeld voedsel te promoten; om al die pilootprojecten te ondersteunen en te verbinden; om nieuwe initiatieven ruimte te geven. Vanaf 1 januari, met het aantreden van het nieuwe stadsbestuur, kunnen we hopelijk een versnelling hoger schakelen.”

Veel werk op de plank. Ook voor Rikolto, dat nog nauwer betrokken zal worden bij het project.

“Is het gezondheidsaspect ook ingebracht?”, wil bestuurslid Mark weten. “Want in vele steden wereldwijd is dat een sterk argument om meer burgers en organisaties bij dergelijke projecten te betrekken.” “Duurzaam geteeld voedsel zou een belangrijke gezondheidscomponent moeten hebben, de redenering klopt en het is de KU Leuven, Stad Leuven en vele andere actoren die hun expertise op dat vlak zal inbrengen”, antwoordt Michèle.

Jeugdig enthousiasme bij Paridaens

Een middelbare school binnenstappen roept altijd jeugdherinneringen op. Maar dat ook leerlingen vooraan de klas kunnen staan, hoort daar niet echt bij. Zesdejaars Beate is een van de trekkers van Project D, de benaming binnen de school voor wat in Rikoltees een School Food Lab heet. Op enthousiaste manier vertelt ze ons hoe ze in het project rolde door op een hometrainer haar smoothie te trappen. En vervolgens hoe zij en haar collega’s van Project D het voorbije schooljaar een veggielunch organiseerden, bij boeren op bezoek gingen en met voedseloverschotten een heus foodfestival op poten zetten.

“Ik heb heel veel geleerd”, besluit Beate. “Bijvoorbeeld dat je geen dierenrechtenactivist moet zijn om voor minder vlees te kiezen. Milieuredenen zijn er meer dan genoeg. Het cateringbedrijf hier op school heeft enkele kleine dingen veranderd, maar voor de afgesproken kostprijs kan je onmogelijk een duurzame maaltijd serveren. Daar moet dus wat aan veranderen.”

Werk op de plank voor Rikolto. Meer pilootprojecten opzetten, zodat de ene school kan leren van de andere. Af en toe een flinke duw in de rug geven, zoals in het Technisch Instituut Heilige Familie in Brugge, waar chefkok Seppe Nobels de schoolkok helemaal warm gemaakt heeft voor duurzame keuzes. En vooral: gaan samenzitten met scholen, lokale overheden en andere partners, opdat de opdracht die cateringbedrijven krijgen in de toekomst ook duurzame criteria bevat. Of waarom niet: een Green Deal waarbij de Vlaamse overheid initiatieven neemt rond het voedingsbeleid van scholen.

De lat mag hoog liggen voor Rikolto. Maar nu is het vooral hoog tijd voor lunch. Uit twee houten kisten komen boterhammen met humus en zeewierpesto tevoorschijn.

“Heeft dit project je veranderd?”, vraagt Stephanie op het einde aan Beate. “Toch wel”, antwoordde ze. “Ik zal nu met nog meer vuur over eten discussiëren met mijn ouders en mijn broer. En ook voor mijn studiekeuze ontdekte ik richtingen die ik daarvoor niet kende.”

Zuiderse inbreng bij Colruyt

Nog voor we de winkel binnenstappen, daagt Philippe, Manager Sustainable Sourcing en al jaren onze gesprekspartner binnen Colruyt, ons uit: “Zoek de drie producten die in onze rekken beland zijn dankzij de samenwerking met Rikolto.” Het heeft wat voeten in de aarde om ze te vinden tussen duizenden andere producten, maar even later staan we toch trots met een pakje bio tricolore quinoa, een reep chocolade uit Nicaragua en een doos koffie uit Kivu in handen.

“Colruyt heeft een twintigtal productcategorieën geselecteerd waarbij we prioritair willen nadenken rond duurzaamheid”, vertelt Philippe. “Meestal steunen we daarvoor op labels en certificaten, zoals MSC, Utz of duurzame palmolie. Maar daarnaast hebben we de ambitie om tegen 2020 met minimaal 10 ketenprojecten boerengroepen kansen te geven en zelf een belangrijke impact te hebben in het zuiden. Doorgaans maken we daarbij een koppeling met onze eigen Collibri Foundation die onderwijsprojecten steunt.”

Dat zo’n proces soms een hobbelig parcours is, wisten we bij Rikolto al. De rijst van onze Beninese partnercoöperaties is al een tijdje niet meer te koop in Colruyt, de langverwachte bananen uit Senegal nog steeds niet. Al zit daar niet altijd een negatief verhaal achter, zeker niet wanneer het traject de boeren geholpen heeft om op de lokale markt hun weg te vinden. Of wanneer de inkopers van Colruyt door het contact meer inzicht verkregen in de keten en de duurzaamheid ervan.

Zowel Colruyt als Rikolto zien wel brood – of was het quinoa? – in verder samenwerking. Bruggenbouwer tussen boerencoöperaties en retailers, het is een rol die we wel smaken.

“Hoe gaan jullie om met prijzen? Hanteren jullie het concept van ‘living income’?”, wil Sharon nog van Philippe weten. “In samenspraak met de boeren en met de betrokken ketenactoren proberen we tot een rechtvaardige prijs te komen.”, vertelt Philippe. “Er is geen directe link tussen de aankooprijs en de verkoopprijs, die we altijd aligneren met prijzen bij andere supermarkten. Indien we moeten inboeten aan marge, laten we de beslissing op directieniveau nemen”.

Diepe zielenroerselen

Wie nadenkt over de rol van retailers, krijgt onvermijdelijk een andere belangrijke speler in het vizier. Want als de consument de Nicaraguaanse chocolade niet lust, zal het verhaal snel ten einde zijn, hoe jammer ook voor de jonge boeren van La Campesina. Daarop geeft Hannelore van onze campagne Ik ben meer dan mijn kassaticket een inkijk in de diepste zielenroerselen van haar koopgedrag. Om tot de conclusie te komen dat die niet zo duidelijk is. Het ene product bio, het andere niet. De ene keer seizoensgebonden of lokaal, de andere keer niet. Tientallen keuzes per karretje, maar zelden eenduidig. Vaak meer gewoonte dan signaal.

“Daarom vinden we dialoog tussen consumenten en retailers zo belangrijk”, betoogt Hannelore vurig. Er zijn veel mensen die duurzame keuzes willen maken, maar weinig die het bos nog door de bomen zien. Daarom organiseerden we met Citizens for the Foodture dialoogtafels, daagden we consumenten uit voor een seizoensgroente-challenge en lieten we hen brieven schrijven met vragen aan hun supermarkt. Nadien lieten we retailers brieven terugschrijven met de dilemma’s waar zij voor staan.”

Ook in 2019 wil Rikolto op dit spoor verdergaan, samen met organisaties als Femma, Test Aankoop en andere. Omdat een voedselslimme stad nu eenmaal mondige consumenten nodig heeft.

Prikkelende producten bij Eetba(a)r

We stappen de tunnel onder het station door en belanden in de gezellige bar Eetba(a)r. Hier sluiten we de dag af met een speciaal vieruurtje: brownies met … rode bonen.

“Wat eten we in de toekomst? En welke rol kunnen producten uit het zuiden spelen in een duurzame mondiale voedselbevoorrading?” Met die vraag startte drie jaar geleden een onderzoeksproject waaraan KULeuven, UCCL, Colruyt, de provincie Vlaams-Brabant en Rikolto deelnamen. Bedoeling was niet alleen het debat inhoudelijk aan te zwengelen, maar ook letterlijk te voeden.

We kozen voor drie productgroepen: granen uit de Andes, bonen uit Afrika en zeewier uit Indonesië, omwille van hun hoge proteïnegehalte alle drie potentiële vleesvervangers. Onder het motto Gezocht: Voedsel voor de Toekomst werden brainstorm- en kookworkshops opgezet met jongeren en met jonge ondernemers in België, Peru, Tanzania en Indonesië. UCLL-studenten uit de richtingen Marketing, Voedings- en Dieetkunde en Event Management werkten aan concrete resultaten: een mobiele Food Lab die op heel wat plaatsen proefsessies hield, onder meer op Pukkelpop.

De bio tricolore quinoa in de rekken van Colruyt was een eerste tastbaar resultaat, onze boterhammen met verse zeewierpesto en onze brownies met rode bonen van vandaag een ander. Want Marieke, de jonge onderneemster achter Eetba(a)r, ging met de productgroepen uit het project aan de slag. Andere principes die ze in haar bar/cateringbedrijf hanteert zijn: focus op seizoensgroenten, bij voorkeur via korte keten en waar mogelijk biologisch; beperkte, herbruikbare of composteerbare verpakkingen – vandaar onze boterhammen in houten kisten – en ecologisch transport.

Kortom, alles wat een voedselslimme stad nodig heeft. “Lekker”, besluiten onze bestuursleden. “Een inspirerende dag om mee te nemen naar de andere regionale kantoren van Rikolto!”