Een nieuwe generatie gooit zich in de Peruviaanse koffie- en cacaosector

Een nieuwe generatie gooit zich in de Peruviaanse koffie- en cacaosector

07/04/2016

"Ik wil jongeren zien uitgroeien tot baristas, cuppers, marketeers, en vooral leiders die anderen kunnen inspireren." Aan het woord is Paola Mercado, een Boliviaanse die al zes jaar aan het hoofd staat van het Vredeseilandenprogramma in Peru. Sinds een paar jaar werkt ze met vastberaden jongeren die hun toekomst in de koffie- en cacaosector willen uitbouwen.

Paola, kan je ons iets meer vertellen over wat Vredeseilanden in Peru precies doet?

Laat me beginnen met een treffend cijfer: de gemiddelde leeftijd van de leden van de boerenorganisaties die we ondersteunen ligt tussen de 50 en 55 jaar. Heel hoog dus. En het is heel moeilijk voor de jongeren van die boerenfamilies om hun plaats te vinden in die organisaties. Daarom hebben we in 2011 samen met hen een plan bedacht om de nieuwe generatie meer kansen te geven in de koffie- en cacaosector.

We brachten oudere boeren en de jonge generatie samen om te reflecteren over de toekomst. Hoe zien ze elkaar? Hoe kan de koffiecoöperatie de manier van werken met jongeren verbeteren? Je moet weten dat de meeste jongeren op een bepaald moment de boodschap van hun ouders krijgen dat ze het huis uit moeten. Ze moeten gaan studeren in de stad. Ouders willen niet dat hun kinderen landbouwer worden zoals zij. Ze willen een betere toekomst voor hun zonen en dochters. Ons doel was om te weten te komen waarom families zo denken; waarom willen ouders niet dat hun kinderen ook boer worden?

Al in de eerste discussies merkten we enorm veel enthousiasme bij de jongeren. Ze wilden meteen aan de slag. Maar soms zonder goed te beseffen dat er ook een startkapitaal nodig is om met een eigen bedrijf te kunnen starten etc. Jongeren zijn ongeduldig. Ze zien liefst meteen resultaat. Daar spelen we op in door heel concrete opleidingen te organiseren. Ze leren hoe je een zaak opstart, hoe je het land beheert en bewerkt, hoe je koffie ‘cupt’ (i.e. kwaliteit van de koffie beoordelen) en wat de beste manier is om smaakvolle koffie te zetten. Dat laatste lijkt misschien overbodig, maar was echt nodig, want veel jongeren drinken geen koffie, of alleen oploskoffie uit het buitenland. Deze trainingen hielpen hen om op korte termijn resultaten te behalen. Sommige jongeren begonnen ook daadwerkelijk te werken in de coöperatie, anderen begonnen een businessplan te schrijven en startten een eigen zaak op.

Een volgend belangrijk punt ligt bij educatie van de leerkrachten van kinderen en jongeren. In de leerplannen staat nauwelijks iets over koffie of cacao! Terwijl de kinderen opgroeien tussen de plantages van hun familie. Daarom zijn we een samenwerking gestart met drie scholen. Weet je, de leerkrachten vertelden ons dat ze soms zelf een stuk land hebben waar koffie op groeit, maar dat ze eigenlijk geen les durfden geven over koffie omdat hun leerlingen er vaak meer over weten dan zijzelf. Maar de kennis van de leerlingen stopt dikwijls op het veld. Dus moedigden we de leerkrachten aan om les te geven over de volledige koffiesector. Hoe werkt de keten van productie naar verwerking, export en consumptie? Wie bepaalt de prijzen? Hoe zit de wereldmarkt in elkaar? Die samenwerking met scholen verloopt niet altijd vlot. Er is heel veel verloop in het leerkrachtenkorps (de regering verplaatst af en toe leerkrachten naar een andere school) en we hadden het gevoel dat we zelf soms niet de nodige expertise in huis hadden om leerplannen te gaan veranderen. Partners vinden om dit werk op te nemen was niet evident.

Een laatste belangrijk onderdeel van ons werk met jongeren draait rond de volgende vraag: “Hoe kunnen we een omgeving creëren die jongeren een stem en een plaats geeft in de koffie- en cacaosector?” Daarom willen we een aantal jonge mensen opleiden om in dialoog te treden met de overheid en het bedrijfsleven, om te spreken met beleidsmakers enzovoort.

Omdat we zoveel met jongeren werken, gingen we op een gegeven moment met ons team nadenken of het niet nodig was om die doelgroep heel centraal in de werking van Vredeseilanden in Ecuador en Peru te zetten en al onze strategieën daarop af te stemmen. De komende maanden ga ik die oefening samen met een aantal collega’s verderzetten. Hoe kunnen we nog beter met jongeren samenwerken? Wat zijn hun verwachtingen en ideeën? Wat is de rol van Vredeseilanden dan? Vanaf 2017 starten we met dit nieuw programma. Weliswaar zonder de oudere generatie uit het oog te verliezen.

Over dat nieuwe programma: wat zijn je dromen? Wat zou je echt heel graag bereiken binnen 10 jaar?

Ik wil een voldoende grote groep van jonge mensen verzamelen die een goed inkomen kunnen halen uit koffie en cacao. Ik denk daarbij niet aan duizenden jongeren. Wel aan een beperkte groep die goed opgeleid is en als voorbeeld kan dienen voor anderen. Leidersfiguren die anderen kunnen inspireren.

Ik zou ook graag zien dat de jongeren die niet graag op het land werken of niet genoeg land hebben, een kans krijgen om in een andere schakel van de keten werk te vinden: als landbouwtechnisch adviseur, als cupper, als barista, …

En verder zou ik graag onze ervaringen rond werken met jongeren delen met andere organisaties: samen discussiëren en uitwisselen over de succesverhalen, de dingen die mislukt zijn, de toekomst. Om zo van elkaar te leren.

Je hebt al uitgelegd wat je tot nu toe verwezenlijkt hebt. Waar ben je op dit moment het meest trots op?

Ik denk dat we echt een verschil hebben gemaakt. We staan veel dichter bij de jongeren nu. Dat is iets waarin wij verschillen van andere NGO’s. We hebben een nieuwe wind doen waaien door de boerenorganisaties. Je ziet er nu jonge mensen rondlopen in de labo’s, op de plaatsen waar de koffie verzameld wordt en vooral: de leiders van de boerenorganisatie betrekken de jongeren nu bij het management. Dat is echt geen gemakkelijk proces geweest, maar we hebben er erg veel uit geleerd. We moeten nog meer de tijd nemen om die ervaringen te laten doorstromen en om te zetten in nieuwe strategieën voor onze toekomstige werking.

Iets anders waar ik heel trots op ben is de snelheid waarmee dit project vooruit gaat. Normaal gezien neemt het echt veel tijd in beslag om het inkomen van boeren te verbeteren. Maar in de samenwerking met deze jonge mensen ging het snel. Zoals ik eerder al zei zijn jongeren ongeduldig. Dankzij dingen die de jongeren leerden tijdens de trainingen, konden ze hun inkomen snel laten stijgen.

En wat is volgens jou de belangrijkste rol van Vredeseilanden?

Ik denk dat de belangrijkste rol van mij en m’n collega’s is om de relatie tussen jongeren en belangrijke spelers in de landbouw- en voedingsketen te faciliteren. Mensen samenbrengen en nieuwe ideeën samen in de praktijk zetten, daar draait het om. We moeten nog meer specialisten aantrekken om de jongeren op te leiden.

In de toekomst moeten we er ook aan denken om de jongeren zelf voldoende op te leiden tot echte specialisten, zodat zij dan anderen kunnen opleiden. Ik denk dat dat een belangrijke doelstelling van dit programma is.

Paola, heb je er eigenlijk bewust voor gekozen om voor Vredeseilanden te werken? Of was het toevallig dat je bij ons terecht kwam?

Dat is een goede vraag! Ik woonde en werkte vroeger in een andere regio in Peru. Maar ik was niet bijzonder enthousiast over het werk dat ik daar deed. Dus zocht en vond ik een nieuwe job bij Vredeseilanden. Ik hou van mijn job omdat ik kan en mag doen waar ik goed in ben: het geheel coördineren, nieuwe ideeën concretiseren. Na zes jaar weet ik nog steeds wat te doen. Ik ben graag met nieuwe dingen bezig en in ons team wordt innovatie gestimuleerd. Er is een grote openheid om te veranderen. Dat is volgens mij iets dat Vredeseilanden onderscheidt van andere organisaties. En daar hecht ik veel belang aan.

Toen ik pas begon bij Vredeseilanden zeiden Belgische vrienden van mijn ouders dat Vredeseilanden een heel serieuze organisatie is. Dat bleek achteraf niet waar te zijn, want de humor is hier nooit ver weg (lacht).

Interview: Sien Vergeylen