De rijstvelden van APADER

De rijstvelden van APADER

31/05/2007

De rijstvelden van APADER

Toen de bevolking van het dorp Mwenda, in 1993 gevlucht voor de oorlog, na twee jaar naar haar dorp terugkeerde, was er niets meer. Alle bezittingen en velden waren vernietigd en geplunderd. Een experiment met rijstteelt zorgde voor een onverwacht succes. Op tien jaar tijd zorgde de rijst voor een relatieve welvaart in het dorp en groeide de rijst van APADER in de wijde omgeving uit tot een heuse merknaam.

Stanley is de directeur van APADER (Association des Paysans pour le Développement Rural), een andere partnerorganisatie van Vredeseilanden. APADER is een boerenorganisatie, werkzaam in Mwenda, een dorp in de omgeving van het Rwenzorigebergte. In 1993 vluchtten de mensen hier weg voor de oorlog en de rebellen. “Twee jaar lang verscholen we ons in de wouden in de omgeving. Maar honger en ondervoeding dreef de bevolking in 1995 terug naar het dorp”, vertelt Stanley. “Toen we hier terug aankwamen troffen we echter een leeg en geplunderd dorp aan. Er bleef absoluut niets meer over!”

Vroeger was koffie het belangrijkste product in Mwenda, maar bij de terugkeer van de bevolking bleken alle planten door ziekte verwoest. Om te overleven begonnen de mensen opnieuw groenten te telen. Velen leden aan serieuze ondervoeding. Hoewel er een medisch centrum in het dorp was, kon de bevolking de facturen ervan toch niet betalen. Ze riskeerden dat de dokters dan maar hun dekens in beslag namen in ruil voor verzorging. Zieke mensen bleven dus noodgedwongen thuis.

Het was in deze uitzichtloze situatie dat de huidige staf van APADER in 1995 een experiment met rijst opzette. Een zak zaden leverde bij de eerste oogst al meteen meer dan het dubbele op. Een onverwacht succes. De productie werd keer op keer opgevoerd en groeide snel aan. “Momenteel produceert de bevolking 17 ton rijst per jaar”, vertelt Stanley. “Rijstteelt is heel interessant voor deze regio. De voorbereiding van de velden is zwaar werk, maar eens de rijst geplant is, kan men relatief snel oogsten. Het zonnige en vochtige klimaat dat we hier kennen, is uitstekend voor rijstteelt. Bovendien krijg je het gemakkelijk verkocht.

De hoeveelheid die nu wordt geproduceerd is ruim voldoende om het dorp te voorzien en bovendien aan export te doen.” Overal in de omliggende dorpen, tot op de markten van Butembo, spreekt men inderdaad over ‘rijst van APADER’.
Het rijstverhaal van Mwenda laat zich lezen als een echt succesverhaal. De stad herleeft. Lemen hutjes maken beetje bij beetje plaats voor stenen huizen met een steviger metalen dak.

Er zijn heel wat gezinnen met een eigen motorfiets. Er zitten wel 20 jongeren van Mwenda op de universiteit. Er is ook veel minder ondervoeding en bovendien slagen mensen er nu wel in de ziekenhuiskosten te betalen. Maar er is iets dat nog veel meer opvalt tijdens de wandeling door het dorp: elektriciteitspalen!
Hoewel in grote steden zoals Butembo momenteel nog altijd geen elektriciteit is, maakte de bevolking van Mwenda haar eigen mini-hydraulische installatie om elektriciteit op te wekken.

Onze missie was oorspronkelijk louter om de landbouwsituatie te verbeteren. Maar als je ziet wat er hier in tussentijd allemaal veranderd is... We zijn zelf enorm verheugd over deze vooruitgang. Dat hadden we nooit durven dromen.

Stanley

De ‘piloot-rijstvelden’ werden aangelegd in 1995. Meer dan tien jaar later staat APADER al een heel eind, maar niet ver genoeg. Vredeseilanden werkt nu samen met hen om de rijstteelt nog te verbeteren. Voortdurend wordt er gezocht naar nieuwe soorten die beter gedijen op de vaak arme grond en naar betere productiemogelijkheden. Het zaad wordt verspreid via een systeem van microkrediet: de bevolking krijgt zaad, bij de volgende oogst geven zij een hoeveelheid terug, die gebruikt wordt voor het in stand houden van een permanente ‘zaadbank’. In 2006 werd er zaad verdeeld onder 209 gezinnen in Mwenda. Ondertussen is er ook een geitenkwekerij opgericht en wordt er terug gestart met koffieplantjes. Verder werden er twee bruggen gebouwd die de commerciële handel van de rijst moeten vereenvoudigen.

Tekst en foto: Lin Vanwayenbergh