Datagedreven samenwerking: welke lessen trekken we uit Oeganda's coöperatieve database?

Datagedreven samenwerking: welke lessen trekken we uit Oeganda's coöperatieve database?

25/07/2023

Van 2019 tot 2022 voerde een consortium van publieke en private organisaties een pilootstudie uit om boerencoöperaties in Oeganda te professionaliseren. Ze werkten daarvoor samen met het Ministerie van Handel, Industrie en Coöperaties (MTIC). Het consortium verzamelde (financiële) gegevens over bedrijven, dienstverlening en beleid. Alle gegevens werden vervolgens samengebracht in één nationale database, die in 2022 werd gelanceerd. Deze digitale database is een primeur en kan door iedereen geraadpleegd worden. Maar wat kunnen we hieruit leren? En mogen we de database als een succesverhaal beschouwen?

Boerencoöperaties en -organisaties zijn essentiële spelers in de landbouwsector en voor het levensonderhoud van boeren. Een succesvolle samenwerking tussen kopers en boeren leidt tot toegevoegde waarde en dus een bloeiende sector. Heel wat stakeholders werken echter nog niet op een gestructureerde manier samen met boerenorganisaties. Dat leidt tot veel dubbel werk, verspilling en soms zelfs verkeerde informatie. Gedetailleerde informatie over de organisaties is moeilijk terug te vinden en is vaak onvolledig, niet goed vergelijkbaar of van lage kwaliteit. Bovendien geven boerenorganisaties vaak hun gegevens uit handen in plaats van ze zelf bij te houden voor hun verdere ontwikkeling. Dat gebrek aan data maakt het ook voor de privésector moeilijk om echt te begrijpen waar boeren nood aan hebben – zelfs al willen ze helpen, ze hebben gewoon niet genoeg informatie. En het uitblijven van een duidelijk en transparant beleid, maakt het er allesbehalve eenvoudiger op.

Een bijkomend obstakel is de zogenaamde “farmer fatigue”. Boeren worden door enorm veel verschillende organisaties aangesproken en gevraagd om steeds opnieuw dezelfde gegevens te delen. Uiteindelijk zien ze het nut er niet meer van in en stoppen ze hiermee, wat natuurlijk leidt tot onnauwkeurige gegevens. Bovendien is het moeilijk om boeren in meer afgelegen gebieden te bereiken, waardoor een groot aantal onder hen niet is vertegenwoordigd. En ook de hoge kosten van zo’n database overschaduwen vaak de meerwaarde ervan.

Sterk gecoördineerde samenwerkingen

In 2020 bundelde Rikolto haar krachten met de Agribusiness Market Ecosystem Alliance (AMEA), SCOPEinsight, de National Alliance of Agricultural Co-operatives in Uganda (NAAC) en Agriterra. Samen vormden we een consortium dat de professionalisering van boerenorganisaties een versnelling hoger wil brengen en pleit voor sterk gecoördineerde samenwerkingen.

Eén nationale database zou wel eens de sleutel kunnen zijn tot bovenstaande problemen. Zo’n datagedreven, gestandaardiseerde aanpak bevordert professionaliteit en deelname aan de markt. Eigendom en controle van gegevens zijn immers cruciaal om boeren(organisaties) mondiger te maken, op eender welk niveau. En vooral: alle veronderstellingen zijn voortaan gebaseerd op gedetailleerde informatie.

Het gebruik van data heeft dus heel wat potentieel om de landbouwsector sterker te maken. Toch zouden de uitdagingen omtrent boerencapaciteit en databeheer er wel eens voor kunnen zorgen dat boeren zelf geen economisch voordeel halen uit hun eigen gegevens. Het succes en de duurzaamheid van zo’n database valt of staat immers met de bereidheid van leden en partners om samen te werken en de kosten te delen.

“Het pilootproject liep ongeveer drie jaar. We kunnen nu met zekerheid zeggen dat het ons veel heeft bijgeleerd over het idee van een nationale database en het nut ervan”, aldus Peter Businda, projectcoördinator van Rikolto in Oeganda.

Tijdens het project begeleidde Rikolto boerenorganisaties bij een analyse van hun organisatiecapaciteit. Samen wisten ze zo de uitdagingen te identificeren omtrent hun professionaliteit en capaciteit om duurzaam te ondernemen. “Met de SCOPEinsight-evaluatietool onderzochten we de managementcapaciteiten van zo’n 216 boerenorganisaties op vlak van intern en financieel beheer, duurzaamheid, dagelijks bestuur, productiebasis, markten, externe risico’s en een stimulerende omgeving. Dat stelde ons in staat om mee de professionalisering van boerenorganisaties te ondersteunen.”

We moeten echter een aantal dingen in ons achterhoofd houden naar de toekomst toe.

Eerst en vooral is de vraag of coöperaties hun eigen gegevens moeten verzamelen. Enerzijds zou er een aanzienlijk risico zijn op vertekening van gegevens als de organisaties zichzelf zouden beoordelen. Anderzijds zijn onafhankelijke beoordelingen dan weer enorm duur en het spreekt voor zich dat boeren(organisaties) meer controle hebben over hun gegevens bij een zelfevaluatie.

Bovendien ziet AMEA het belang van laagdrempeligheid in: eenvoudige technologie laat boeren toe om heel makkelijk hun gegevens te raadplegen en gebruiken. De toepassing van nieuwe technologie biedt boeren immers duidelijke kansen, maar we mogen de bijkomende uitdagingen zeker niet onderschatten.

Eenmaal we het vertrouwen hebben van boerenorganisaties, wordt het veel eenvoudiger om gegevens te verzamelen. Maar dan moeten we wel kunnen aantonen dat ons werk er wel degelijk toe doet.

Peter Businda projectcoördinator van Rikolto in Oeganda

Voorlopig vertaalt de database zich als een gezamenlijke aanpak om gegevens te verzamelen. We willen alle actoren ervan overtuigen hoe waardevol informatie kan zijn om boerenorganisaties een sterke positie te geven op de markt. Uiteraard is er meer onderzoek nodig, maar het zal vooral enorm belangrijk zijn om het vertrouwen van boeren te winnen, tijdens het hele proces, en alles heel duidelijk te communiceren. “Eenmaal we het vertrouwen hebben van boerenorganisaties, wordt het veel eenvoudiger om gegevens te verzamelen. Maar dan moeten we wel kunnen aantonen dat ons werk er wel degelijk toe doet”, aldus Businda. Hoe meer data we verzamelen, hoe nauwkeuriger de nationale database wordt en dus ook hoe beter de toegang van boeren(organisaties) tot de markt. Een work in progress, maar we zijn alvast op de goede weg!

Je kan meer informatie terugvinden in het volledige verslag en het onderzoek van Development Gateway.

Artikel geschreven door Chloé Van Uytven – stagiaire communicatie bij Rikolto

Chloé studeerde nog niet zo lang geleden af als vertaler, maar ze heeft ook heel wat ander schrijftalent. Thema’s zoals duurzaamheid, het milieu en mensenrechten doen haar bloed wat sneller stromen en daar schrijft ze dus maar al te graag over. Wil je contact met haar opnemen? Stuur haar gerust een bericht op LinkedIn!

Lees meer over ons werk rond Inclusieve markten
Lees meer over ons werk in Oeganda