Q&A

Vragen & Antwoorden over onze campagne

30% van het wereldwijde energiegebruik gaat naar de productie van voedsel. Een derde daarvan naar de productie van kunstmest. 10 calorieën fossiele brandstoffen zijn nodig om 1 calorie voedsel te produceren. Eén westerling voeden vergt vandaag 1500 liter olie per jaar. 9 miljard mensen voeden met dit landbouwmodel betekent het uitputten van de gekende olievoorraden binnen 12 jaar. 70% van het wereldwijd beschikbare (zoet)water wordt gebruikt voor landbouw. In sommige landen zelfs 80 tot 90%. Een kilo rijst produceren vraagt 1000 tot 3000 liter, een kilo rundsvlees 13.000 tot 15.000. Haast overal staan watertafels onder druk en wordt structureel meer water uit de bodem gepompt dan erbij komt.

14 tot 24% van de uitstoot van broeikasgassen is een gevolg van de productie en consumptie van voedsel. Maar landbouw is naast dader ook slachtoffer van de klimaatopwarming. Extreme droogte zal toenemen en regenval wordt minder voorspelbaar. Een globale impact op de landbouwopbrengst is moeilijk in te schatten, maar voor granen als rijst vermoedt men een achteruitgang van 5% opbrengst per extra graad. De Wereldbank waarschuwt dat miljoenen mensen daardoor opnieuw in armoede kunnen geduwd worden. Grijpen we niet in, dan zullen voedseltekorten binnen twee decennia al wereldwijd voelbaar zijn.

Wereldwijd gaat de kwaliteit van bodems achteruit. De belangrijkste oorzaken zijn ontbossing, overbegrazing, slechte landbouwpraktijken (zoals monoculturen) en vervuiling door chemicaliën, industrie of mijnbouw. De kost van bodemdegradatie wordt door de FAO wereldwijd op 40 miljard dollar per jaar geschat. De gevolgen laten zich vandaag al voelen: verminderde landbouwproductiviteit, schade aan ecosystemen, voedselonzekerheid en migratie.

Bekijk ook onze infographic: eten roert de planeet...

Vandaag zijn we met 7 miljard: 4 miljard in Azië en telkens 1 miljard in Europa, Amerika en Afrika. Tegen 2050 zullen we met meer dan 9 miljard zijn, waarvan 2 miljard in Afrika. Daar ligt dan ook de grootste uitdaging. Nochtans telt Afrika 11% van het wereldwijde landbouwpotentieel, maar vandaag wordt slechts 15% daarvan productief gebruikt.

Vaak hoor je zeggen dat we dringend aan geboortebeperking moeten doen. Maar eigenlijk is de tendens naar minder kinderen per vrouw al heel lang ingezet. Op enkele uitzonderingen na, evolueert de wereld naar 2 kinderen per vrouw. De reden waarom de wereldbevolking groeit, is niet omdat de groep kinderen groter wordt. Wel omdat minder kinderen sterven en meer mensen ouder worden.

In deze video legt statisticus Hans Rosling dat helder uit...

Veel en zwaar werk en weinig zekerheid over een inkomen, dat is het lot van de meeste boeren. Een landbouwbedrijf kampt niet alleen met de risico’s van elke onderneming, maar ook met het weer en de instabiliteit van de (wereld)markt. Volgens cijfers van de Boerenbond verdient een landbouwer in België gemiddeld 46% minder dan een loontrekkende. Weinig jonge mensen durven in die omstandigheden de sprong wagen. Wereldwijd ziet het plaatje er niet beter uit. 2,4 miljard mensen leven onder de armoedegrens, twee derde daarvan in een boerenfamilie. Veel jongeren zien geen toekomst meer op het platteland en trekken naar de stad.

Nochtans wordt 70% van ons voedsel geproduceerd door kleine en middelgrote familiale landbouwbedrijven. Maar de macht zit elders. De top drie van zaaigoedbedrijven controleert 53% van de markt. Amper zes bedrijven controleren 76% van de markt in pesticiden en meststoffen. Driekwart van het voedsel in de wereld komt op de markt via minder dan vijfhonderd verwerkende bedrijven. Deze marktconcentratie maakt dat de prijsdruk van de hele keten op de schouders van de boer valt.

Bij Rikolto zetten we volop in op jongeren. Een mooi voorbeeld daarvan is het opleidingsprogramma voor jonge cacaoboeren dat Rikolto heeft opgezet in Nicaragua en Honduras.

Onder andere binnen de Nicaraguaanse cacao-coöperatie La Campesina werd zo een jongerenwerking opgestart. Omdat opleiding een cruciale schakel is, stapte Collibri Foundation, het bedrijfsfonds van Colruyt Group, mee in het verhaal. Over een periode van 5 jaar nemen 75 jongeren deel aan het vormingsproject La Juventud Sí Puede (Yes, Youth Can). Het zijn jongeren met een economisch kwetsbare achtergrond, waarvan iets minder dan de helft meisjes zijn. Zij volgen een cacaoprogramma van 20 dagen in Honduras, georganiseerd door het onderzoeksinstituut FHIA en de universiteit CURLA.

De jongeren die het diploma behalen, geven op hun beurt de kennis door aan andere jongeren in hun gemeenschap in Nicaragua volgens het ‘Farmer Field School’-principe. Zo kunnen nog eens 225 getalenteerde jongeren goed onderwijs volgen. Ze krijgen ook de kans om stage te lopen in een innovatief bedrijf of coöperatie. Een opleiding in moderne productietechnieken biedt hen de broodnodige zelfstandigheid en weerbaarheid.

Lees meer over dit project...

Supermarkten beschikken over enkele grote hefbomen om positieve verandering te brengen. Maar verandering gebeurt pas als genoeg mensen tonen dat ze dat belangrijk vinden. Daarom roepen we iedereen op om onze campagne te steunen. Met ons actie Ik ben meer dan mijn kassaticket verenigen we via verschillende organisaties consumenten om onze supermarkten uit te dagen om van duurzaam de gewoonste zaak van de wereld te maken. Laat weten dat jij ook meer bent dat je kassaticket op www.meerdanmijnkassaticket.be

Een directe impact kunnen we daar nu natuurlijk niet op hebben. Maar door te werken aan betere perspectieven met de boeren in ontwikkelingslanden komt er meer welvaart en hopelijk ook meer sociale en politieke stabiliteit in de regio’s waar we werken. De Wereldbank bracht in 2008 een rapport uit, waarbij investeren in familiale landbouw naar voren geschoven wordt als “een fundamenteel instrument voor duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding.”

Lees meer: De oorzaken van migratie liggen ook op ons bord...

Om die evolutie te keren, gaan we op zoek naar nieuwe manieren van werken. Nu dragen boerenfamilies vaak de prijsdruk en de risico’s van heel ons voedselsysteem. Steeds meer voedselverwerkende bedrijven en supermarkten zien in dat deze situatie ook voor hen een bedreiging vormt, zeker in het licht van de groeiende wereldbevolking. Zonder duurzame productie en rendabele landbouwbedrijven droogt de toevoer van hun grondstoffen op en is het ook voor hen einde verhaal. Een paar voorbeelden1

Cacaoteelt met zorg voor de natuur
In Honduras promoot Rikolto de combinatie van land- en bosbouw. Cacaoboer Don Leo Dan combineert de cacaoteelt met bananenbomen, wat voor diversiteit in gewassen, maar ook voor diversificatie van inkomsten zorgt. Hij is ervan overtuigd dat hij op deze manier verder aan landbouw kan blijven doen, met respect voor de natuur. In zijn plantages zijn egels en gordeldieren vaste klanten, en er zwierf al eens een paar weken een beer rond. Geen probleem, vindt hij, het lawaai van de kinderen zorgt ervoor dat de dieren niet te dicht bij het huis komen.

Meer produceren met minder water
Een kilo rijst produceren vraagt 1000 tot 3000 liter, bovendien zijn rijstvelden zelf ook oorzaak van klimaatverandering, omdat ze grote hoeveelheden broeikasgassen genereren: ongeveer 10% van de wereldwijde methaanemissies is toe te schrijven aan rijstvelden. In sommige gevallen wordt het gewas geteeld met aanzienlijke hoeveelheden meststoffen en pesticiden. Vanwege consumenten groeit daarom de vraag naar veilige, gezonde en ecologisch geproduceerde rijst. Zeker in steden zal deze trend alsmaar toenemen, door een groter wordende middenklasse en de groei van supermarkten die hoge eisen stellen op vlak van voedselveiligheid.
Redenen genoeg voor Rikolto om meet te werken aan Het Duurzame Rijst Platform (SRP). Met de Standaard voor Duurzame Rijstteelt maakt het SRP een reeks instrumenten beschikbaar om de toepassing van duurzame praktijken op grote schaal te vergemakkelijken. Het is een compacte standaard met 46 criteria die vormgeven aan 8 principes. De standaard kan wereldwijd onder verschillende omstandigheden gebruikt worden.

Dat klopt. Terwijl de wereld worstelt om de landbouwproductie op te drijven, gaat ieder jaar 1,3 miljard ton voedsel verloren. Dat is één derde van de totale productie. Ruim een kwart van onze landbouwgrond – pakweg China, Kazachstan en Mongolië samen - wordt ingezet voor verspild voedsel. Dat zijn 250 kubieke kilometer water en 3,3 miljard ton broeikasgassen, louter voor gewassen die uiteindelijk weggegooid worden. Als voedselverspilling een land was, zou het de derde grootste vervuiler ter wereld zijn.
Om iedereen in de toekomst van voldoende voedsel te kunnen voorzien zullen verschillende stappen nodig zijn, minder voedsel verspillen is er daar zeker één van.

Wat doet Rikolto om voedselverspilling tegen te gaan?
Aangezien grootkeukens in België een kleine 400 miljoen maaltijden per jaar verwerken, loont het de moeite om hun manier van omgaan met voedsel en voedseloverschotten onder de loep te nemen. Het Technisch Instituut Heilige Familie in Brugge voorziet warme maaltijden op school. Samen met Rikolto (Vredeseilanden), de keuken (Compass Group) en de leerlingen hield de school vijf dagen lang bij hoeveel overschot van de 1219 geserveerde maaltijden in de vuilbak belandt.

Het resultaat van een week afval meten: 44 kilo voedsel werd weggegooid. Dat is het equivalent van 103 maaltijden. Na de afvalmeting worden de resultaten bekend gemaakt aan de leerlingen. Ze krijgen meer informatie over al de energie en werk dat er in hun bord voedsel kruipt en wat er wereldwijd wordt verspild aan perfect eetbaar voedsel. Voedselverspilling tegengaan is een win-win situatie. Het milieu wint erbij en het levert een financieel voordeel op, dat je kan inzetten om verdere stappen te nemen in een duurzaam voedingsbeleid.

Heb je nog een vraag die er niet tussen staat? Stuur ze naar:

Jelle Goossens
Jelle Goossens
Communications officer
0485/08.29.60 | 016/74.50.33